Alvorens een klassieke procedure te beginnen kunnen de partijen gratis gebruik maken van een verzoeningsprocedure. Die kan mondeling of per gewone brief worden aangevraagd  aan het gerecht dat normaal bevoegd is om uitspraak te doen over het geschil. 

Uitleg verzoening

De rechter kan een verzoeningspoging ondernemen op verzoek van de partijen. Dat is een vrijwillige procedure tussen de partijen die een beroep doen op een neutrale derde om hen te helpen om hun geschil op te lossen in een vertrouwelijke context.

De partijen kunnen een beroep doen op de verzoeningsprocedure, hetzij vóór een klassieke procedure, hetzij nog in de loop van de procedure. Die wordt dan opgeschort gedurende de tijd die nodig is voor de verzoeningsprocedure.

In sommige gevallen is de verzoening zelfs verplicht vóór het opstarten van de procedure ten gronde, bijvoorbeeld in zaken m.b.t. landpacht of rechten van doorgang.

Klik hier voor een brochure over verzoening.

Verloop van de verzoening

In sommige gevallen is de poging tot verzoening verplicht en moet ze gebeuren vóór de klassieke procedure.

Dit is met name het geval bij arbeidsgeschillen, familiale geschillen, huur- en landpachtgeschillen (bijvoorbeeld bij een vordering tot uitzetting van een huurder).

Zelfs als de verzoening niet verplicht is, kan u op eigen initiatief vragen om een verzoeningspoging.

U stuurt een eenvoudige brief naar de vrederechter of naar de rechter die bevoegd is om uitspraak te doen over het geschil.

Die brief moet niet aangetekend verzonden worden.

Hij moet echter wel de volgende vermeldingen bevatten:

  • uw naam, voornaam en adres;
  • de identiteit (naam en voornaam) en het adres van de tegenpartij die u wil laten oproepen;
  • een korte uiteenzetting van de feiten;
  • wat u wil bereiken (bijvoorbeeld dat de tegenpartij u een bepaald bedrag betaalt);
  • dat u vraagt dat de partijen opgeroepen worden om een verzoening te proberen te bereiken.

U mag niet namens andere personen een verzoening vragen.

U kan ook naar de griffie van het vredegerecht of van het bevoegde gerecht gaan en er mondeling een verzoeningszitting vragen.

Vervolgens krijgen de partijen (de tegenpartij(en) en uzelf) een brief van het vredegerecht of van het bevoegde gerecht. Daarin staat wanneer u en de tegenpartij(en) moeten verschijnen voor de rechter en waar u moet zijn.

Dat zal meestal niet de openbare zittingszaal zijn, maar de raadkamer of het kantoor van de rechter.

U hoeft niet zelf naar de rechter te komen. U kan zich laten vertegenwoordigen door uw advocaat.

U kunt zich daarnaast ook laten vertegenwoordigen door uw echtgeno(o)t(e) of door een familielid (bloed- of aanverwant).  U moet die persoon dan wel een volmacht geven.

Een volmacht is een gehandtekend document (dat op gewoon papier kan worden geschreven) en vermeldt dat persoon X (u dus) aan persoon Y (uw echtgeno(o)t(e) of een familielid) volmacht geeft om namens hem/haar op de verzoeningszitting voor de rechter te verschijnen en hij/zij er namens u een dading mag afsluiten.

Een dading is een definitief akkoord dat een betwisting beëindigt omdat partijen (meestal wederzijds) toegevingen doen.

De tegenpartij verschijnt niet.

In het kader van een verzoening moeten de beide partijen aanwezig zijn.

Als er niemand verschijnt voor de tegenpartij, dan kan er niets gebeuren. Voor een verzoening moeten er immers twee partijen aanwezig zijn. De rechter kan dus geen uitspraak doen.  

In dat geval kan u een procedure starten om de veroordeling van de tegenpartij te verkrijgen.

De tegenpartij verschijnt en de partijen komen tot een overeenkomst.

Als de tegenpartij (of diens advocaat) verschijnt, legt u en daarna de tegenpartij zijn standpunt uit. De partijen zullen dan de oplossing van het geschil kunnen bespreken en de rechter zal nagaan of een dading mogelijk is.

Soms kan een verzoening bereikt worden wanneer u toestaat dat de tegenpartij het verschuldigde bedrag in delen mag aflossen.

Wordt een verzoening bereikt, dan wordt dat neergeschreven in een proces-verbaal van verzoening dat alle partijen met de rechter en de griffier ondertekenen.

De tegenpartij verschijnt maar de partijen komen niet tot een overeenkomst.

Is een verzoening onmogelijk, dan wordt in een proces-verbaal vastgesteld dat er geen verzoening is. In dat geval kan u een procedure starten om de veroordeling van de tegenpartij te verkrijgen.

Dat proces-verbaal heeft dezelfde waarde als een vonnis.

Leeft de tegenpartij het niet na, dan kunt u aan een gerechtsdeurwaarder vragen om de tegenpartij daartoe te dwingen.

U of de gerechtsdeurwaarder zullen daarvoor eerst de grosse (een officieel getekend afschrift) moeten bestellen op de griffie.

De gerechtsdeurwaarder zal het proces-verbaal dan betekenen (officieel aan de tegenpartij meedelen).

Eventueel zal de gerechtsdeurwaarder daarna beslag leggen bij de tegenpartij als die het proces-verbaal niet vrijwillig naleeft en bijvoorbeeld de overeengekomen maandelijkse aflossingen niet betaalt.