Rechtbank eerste aanleg Antwerpen

Op 1 december 2025 veroordeelde de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen een vzw voor schending van de regels rond reclame en praktijkinformatie en voor onwettige uitoefening van tandheelkunde. De vzw kreeg een geldboete opgelegd van 36.000 euro, waarvan 20.000 euro met uitstel. De vermogensvoordelen werden verbeurd verklaard voor 23.440 euro. De bestuurder werd vrijgesproken.

De vzw organiseerde tussen 2020 en 2023 opleidingen voor de volgende schoonheidsbehandelingen:

• microneedling: met kleine naalden in de huid prikken en een product aanbrengen;

• cryolipolyse: blootstelling van vetweefsel aan koude, waardoor onderhuids vet zou verminderen; en

• bleaching: tanden witten.

Deze technieken vallen onder niet-heelkundige esthetische geneeskunde en esthetische heelkunde, maar werden aangeleerd door docenten zonder medische of tandheelkundige kwalificatie, aan cursisten die evenmin gezondheidszorgbeoefenaars waren. 

De informatie verstrekt met betrekking tot deze opleidingen en tijdens deze opleidingen viel niet binnen de toegelaten praktijkinformatie. Hoewel de vzw de indruk wekte aandacht te besteden aan het wettelijk kader, informeerde ze de cursisten onjuist en onvoldoende duidelijk over de wettelijke grenzen van de esthetische heelkunde en geneeskunde.

Bovendien werd bij het geven van de opleiding bleaching de behandeling in de praktijk gebracht, zowel door de docent als door de cursisten, wat een onwettige uitoefening van de tandheelkunde is.

De rechtbank benadrukte de strikte reglementering die hierover bestaat en de potentieel grote maatschappelijke weerslag van onwettige toepassing van enige vorm van geneeskunde of tandheelkunde. Er kan dan ook niet worden toegelaten dat personen zonder de nodige kennis en vaardigheden behandelingen zouden voorschrijven of toepassen.

De rechtbank oordeelde dat de vzw volledig voorbijging aan de impact die dit kan hebben op de volksgezondheid en de gezondheid van de betrokken personen. Bij verschillende opleidingen werd slechts beperkte informatie verstrekt over de bescherming van de gezondheid van de consument en lag de nadruk op winstbejag.

De rechtbank veroordeelde de vzw tot een geldboete van 36.000 euro[i]. Omdat de vzw intussen failliet is, werd de tenuitvoerlegging van 20.000 euro van deze boete uitgesteld voor drie jaar om de overige schuldeisers te beschermen. Daarnaast verklaarde de rechtbank de vermogensvoordelen voor 23.440 euro verbeurd.

Verder kende de rechtbank 1 euro schadevergoeding toe aan het Verbond van Vlaamse Tandartsen, dat zich burgerlijke partij stelde.

De bestuurder van de vzw werd vervolgd voor onwettige uitoefening van de tandheelkunde, maar werd vrijgesproken door de rechtbank omdat niet met zekerheid kon worden vastgesteld dat hij de bleaching zelf uitvoerde.

[i] Opmerking: de voormelde bedragen van geldboetes werden reeds vermenigvuldigd met opdeciemen.