Vanaf 1 mei 2017 zorgen verplichte bijdragen aan een nieuw fonds voor aanvullende financiering van de juridische tweedelijnsbijstand.
Wat is de bedoeling van het Fonds voor juridische tweedelijnsbijstand?
Met de opbrengsten van het fonds wil Justitie de juridische tweedelijnsbijstand (gekend als 'pro deo' diensten door een advocaat) aanvullend financieren. Zo blijft justitie toegankelijk voor minder begoede rechtzoekenden en kunnen de advocaten die zulke prestaties leveren, rekenen op een billijke vergoeding.
Hoeveel bedraagt de bijdrage?
De verplichte bijdrage aan het fonds is bepaald op 20 euro.
Een arrest van het grondwettelijk hof van 13 februari 2020 wijzigt de wet van maart 2017 en stelt dat de verplichte bijdrage aan het fonds per gedinginleidende akte moet betaald worden en niet per eisende partij.
Het arrest heeft gevolgen in alle burgerlijke zaken. Er is geen impact op strafzaken.
Voor wie is de bijdrage verplicht?
- In burgerlijke zaken moet de eisende partij het bedrag betalen. De rechtbank zal bepalen wie finaal instaat voor de bijdrage.
- In strafrechtelijke zaken moet elke veroordeelde de bijdrage betalen. Ook de burgerlijke partij moet de bijdrage betalen als zij het initiatief nam voor de procedure maar de zaak uiteindelijk verliest.
In welke gevallen is de bijdrage niet verplicht?
In burgerlijke zaken zijn er verschillende uitzonderingen mogelijk. De verplichte bijdrage is niet van toepassing:
- als de eiser in burgerlijke zaken geniet van juridische tweedelijnsbijstand of rechtsbijstand;
- in gevallen waarin de vordering is ingesteld door of tegen sociaal verzekerden;
- in vorderingen gebaseerd op specifieke wetgeving in de arbeidssfeer (bepaalde artikels in de arbeidsongevallenwet en de wet ter preventie van beroepsziekten);
- In procedures waar een collectieve schuldenregeling werd ingediend;
- In bepaalde gevallen waarbij het openbaar ministerie het initiatief neemt, bijvoorbeeld in zaken ter bescherming van kwetsbare personen.
In strafrechtelijke zaken is elke veroordeelde verplicht de bijdrage te betalen.
Wanneer betaalt men dat bedrag?
- In burgerlijke zaken betaalt de eiser de bijdrage wanneer de zaak wordt ingeschreven op de rol. Concreet is dat dus wanneer de rechtszaak een officiële startdatum krijgt. De eiser kan het bedrag terugvorderen van de tegenpartij indien hij de zaak wint tenzij de tegenpartij recht heeft op juridische tweedelijnsbijstand of rechtsbijstand;
- In strafrechtelijke zaken int de FOD Financiën het bedrag van de veroordeelden op basis van de gegevens die zij ontvangen van de FOD Justitie aan het einde van de procedure.
Meer informatie
- Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 19 maart 2017 tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand
- Wet van 19 maart 2017 tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand
- Juridisch probleem of geschil?
Informatie afkomstig van FOD Justitie
U bent niet verplicht een advocaat te raadplegen wanneer u een procedure wenst in te leiden voor een rechtbank.
De wet maakt evenwel soms een uitzondering zoals bij minderjarigen of wanneer u niet in staat bent u naar behoren te verdedigen.
Het kan evenwel aangeraden zijn om een advocaat te raadplegen:
- wanneer het om een ingewikkelde juridische zaak gaat, waarbij een grondige kennis van het recht vereist is;
- wanneer u zelf om de één of andere reden niet aanwezig kan zijn op de zitting, zodat de advocaat u kan vertegenwoordigen;
- wanneer de vordering om een belangrijk bedrag gaat;
- wanneer er nog andere partijen bij het geding moeten betrokken worden;
- wanneer het om een ingewikkelde procedure gaat;
- enz.
De wet moet de mogelijkheid bieden om onmiddellijk in te grijpen bij dreigend familiaal geweld en daar waar preventie te kort schiet.
Waar doorgaans het slachtoffer van huiselijk geweld de verblijfplaats verlaat, is het hier de dader die de verblijfplaats moet verlaten.
De te beschermen persoon en de uit huis te plaatsen persoon moeten dezelfde verblijfplaats betrekken. In de wet wordt dus niet gesproken van woning maar van verblijfplaats.
Meer informatie daarover vindt u hier.
In burgerlijk zaken gebeurt de uitspraak schriftelijk.
In strafzaken wordt meestal een gedeelte van het vonnis of het arrest voorgelezen. U kan hoe dan ook het vonnis of het arrest inkijken op de griffie of ook een kopie aanvragen van het vonnis of arrest.
Het Grondwettelijk hof heeft de artikelen 2 en 3 van de wet van 14 oktober 2018 nietig verklaard «in zoverre zij van toepassing zijn op de rechtzoekenden van wie de zaak op de rol is ingeschreven tussen 1 februari 2019 en 31 augustus 2020, die uiterlijk op 31 augustus 2020 zijn veroordeeld tot betaling van de rolrechten, en van wie de bestaansmiddelen lager zijn dan de plafonds om juridische tweedelijnsbijstand en rechtsbijstand te genieten, zoals vastgesteld krachtens de artikelen 3 en 4 van de wet van 31 juli 2020 (...), maar hoger dan de plafonds die van toepassing waren vóór de inwerkingtreding van die bepalingen (1 september 2020) » .
Om te weten of je voldoet aan de voorwaarden om ingevolge dat arrest je rolrechten terugbetaald te krijgen, nodigen we je uit om de website van de FOD Financiën te raadplegen die een zeer volledige FAQ aan deze kwestie heeft gewijd:
Als slachtoffer van een misdrijf kan u zich burgerlijke partij stellen op verschillende tijdstippen en op verschillende manieren.
Deze uitgebreide brochure gaat uitsluitend over de burgerlijke partijstelling voor de onderzoeksrechter.
Om magistraat te worden moet u minstens een diploma in de rechten hebben en Belg zijn. De andere voorwaarden hangen af van de procedure die u als kandidaat-magistraat wil volgen. Er zijn drie manieren om benoemd te worden tot magistraat.
U legt het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage af, dat u toegang verleent tot de gerechtelijke stage (van twee jaar). Indien u de gerechtelijke stage met vrucht heeft beëindigd, ontvangt u een getuigschrift. Vervolgens kan u zich kandidaat stellen voor vacante betrekkingen van magistraat.
Via een examen inzake beroepsbekwaamheid: meer ervaren juristen kunnen via een examen rechtstreeks tot de magistratuur toetreden. De vereiste ervaring om benoemd te worden tot rechter hangt af van het juridische beroep dat iemand heeft uitgeoefend. Voor een advocaat is tien jaar ervaring vereist, voor iemand met een juridische functie in de privésector twaalf jaar. Wie minstens vijf jaar ervaring heeft en slaagt in het examen, kan benoemd worden tot parketmagistraat.
Via het mondelinge evaluatie-examen: wie minstens twintig jaar als advocaat heeft gewerkt, of vijftien jaar als advocaat én ten minste vijf jaar in een ander beroep waarin een belangrijke kennis van het recht vereist is, kan deelnemen aan een mondelinge proef. Wie daarin slaagt, kan benoemd worden tot rechter.
De vermelde examens worden georganiseerd door de Hoge Raad voor de Justitie, een orgaan dat onafhankelijk is van de minister van Justitie.
De voorwaarden om magistraat te worden, kunnen veranderen. De meest recente voorwaarden kan u terugvinden in het Gerechtelijk Wetboek of op de website van de Hoge Raad voor de Justitie.
Een magistraat aan het woord horen over wat zijn of haar werk inhoudt?
Bekijk hier dan de video’s van een:
- een strafrechter,
- een burgerlijke rechter,
- een ondernemingsrechter,
- een jeugdrechter
- en een onderzoeksrechter.
Om een duo interview te zien tussen een magistraat van de zetel en een magistraat van het openbaar ministerie, kan u hier een kijkje nemen:
Tijdens een opsporingsonderzoek (geleid door de procureur des Konings) of een gerechtelijk onderzoek (geleid door de onderzoeksrechter) is het mogelijk dat een bepaald goed in beslag wordt genomen.
Bij het einde van het onderzoek wordt een beslissing genomen over dit in beslag genomen goed.
Indien de zaak niet voor de rechtbank komt, zal de procureur des Konings beslissen wat er met het in beslag genomen goed gebeurt.
Indien de zaak wel voor de rechtbank komt, zal de rechtbank beslissen wat er met het in beslag genomen goed gebeurt.
Al naar gelang het geval kan u dus contact opnemen met één van die instanties om te weten wat er beslist werd.
Het kan zijn dat het goed terug gegeven wordt aan de rechtmatige eigenaar, maar het kan ook zijn dat het verbeurd wordt verklaard, bijvoorbeeld omdat het gediend heeft om een misdrijf te plegen of omdat het van een misdrijf afkomstig was.
Indien u niet precies weet wat te doen, kan u bijvoorbeeld een advocaat raadplegen.
Als er zich geen problemen voordoen tijdens de procedure, kan alles na 6 à 8 maanden geregeld zijn.
Het gaat hier wel degelijk over de duur van de procedure en niet over het opstellen van de overeenkomst voorafgaand aan de inleiding van de echtscheiding door onderlinge toestemming. Daar hangt alles af van de partijen.
U bent officieel gescheiden wanneer het vonnis is overgeschreven op de burgerlijke stand.
Indien de echtscheiding werd ingeleid nadat de echtgenoten reeds 6 maanden een afzonderlijke woonplaats hadden, dan is er slechts één verschijning op de rechtbank vereist en wordt de duur ingekort met 4 maanden.
Alle contactgegevens staan op de pagina van de rechtbank/hof zelf.
Via dit zoekformulier kan u een rechtbank/hof zoeken en naar hun pagina gaan.
Als u klachten heeft over het optreden van een gerechtsdeurwaarder, kan u hiervoor aankloppen bij de Voorzitter (=Syndicus) of de Verslaggever van de Raad van de Arrondissementskamer waarvan de betrokken gerechtsdeurwaarder deel uitmaakt.
Hiernaast kan u misbruiken door een gerechtsdeurwaarder ook via een gewone brief signaleren aan de beslagrechter, met de vraag om op te treden in toepassing van artikel 1396 van het Gerechtelijk Wetboek. Deze bepaalt luidt als volgt:
“Art. 1396. Onverminderd de bij de wet bepaalde middelen van nietigheid, draagt de beslagrechter zorg dat de bepalingen inzake bewarende beslagen en middelen tot tenuitvoerlegging worden nagekomen.
Hij kan, zelfs ambtshalve, zich een verslag over de stand van de rechtspleging door de optredende of aangestelde openbare of ministeriële ambtenaren doen overhandigen.
Stelt hij een verzuim vast, dan geeft hij daarvan kennis aan de procureur des Konings, die oordeelt welke tuchtrechtelijke gevolgen zulks medebrengen.”
Heeft u klachten over de wijze waarop een incassobureau een schuld invordert?
U kan daarmee terecht bij de algemene directie Controle en Bemiddeling van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie
Collectieve schuldenregeling
Wanneer u een probleem hebt met uw schuldbemiddelaar in het kader van een collectieve schuldenregeling, kan u de rechter vragen om op te treden of om een andere schuldbemiddelaar aan te stellen.
Een rechter zal dit laatste echter niet snel doen.
U moet dan gedetailleerd aantonen wat de schuldbemiddelaar verkeerd heeft gedaan. U kan dat best aantonen aan de hand van een aantal stukken, zoals brieven, mails enz.
U kan u hiervoor laten bijstaan door een pro-Deoadvocaat, door een OCMW of CAW of iemand die u juridische raad kan geven.
Schuldbemiddeling
Als je in schuldbemiddeling bent bij een OCMW of CAW, kan je altijd vragen om een andere schuldbemiddelaar aan te stellen.
U kan ook gewoon stoppen met schuldbemiddeling.
Sinds 2017 is enkel nog de notaris bevoegd indien u een nalatenschap wenst te verwerpen.
Voor meer formulieren in verband met een nalatenschap, klik hier.
Kan ik een afspraak maken met een rechter in verband met een zaak die voor de rechtbank is ingeleid?
U kan geen afspraak maken met een rechter.
Als u een oproeping krijgt voor de rechtbank of als u gedagvaard wordt voor de rechter, is het niet de bedoeling dat u rechtstreeks contact opneemt met de rechter, noch telefonisch noch op enige andere manier.
De zaak moet tegensprekelijk behandeld worden, dit wil zeggen dat u uw argumenten aan de rechter kan voorleggen hetzij in eigen persoon hetzij via een advocaat in tegenwoordigheid van de andere partij(en).
U kan wel contact opnemen met de griffier van de rechter voor een praktische inlichting, doch niet voor juridische informatie.
Kan ik een afspraak maken met een rechter of een griffier om juridische inlichtingen te vragen?
Dat kan niet en is uitdrukkelijk verboden door de wet door het Gerechtelijk wetboek.
Ja, dat kan. Zoals eerder gezegd zijn er wel een aantal voorbehouden plaatsen voor de advocaten, de partijen en de pers. Er kunnen geen plaatsen gereserveerd worden.
Deskundigen kunnen worden gewraakt om dezelfde redenen als rechters.
Indien een deskundige weet dat er enige reden tot wraking tegen hem bestaat, moet hij partijen daar onmiddellijk van op de hoogte stellen en zich van de zaak onthouden.
Partijen kunnen hem wel na gemeenschappelijk overleg vrijstelling verlenen.
De deskundige die partijen hebben gekozen, kan alleen gewraakt worden om redenen die ontstaan zijn of bekend werden na de aanwijzing.
Wanneer de installatievergadering voorbij is of, wanneer er geen installatievergadering is, na de aanvang van de werkzaamheden kan men geen wraking meer opwerpen tenzij men pas daarna kennis kreeg van bepaalde gegevens.
Dat principe werd alleen ingevoerd om te vermijden dat een partij de deskundige van de zaak wil krijgen omdat ze in de loop van het onderzoek begint te vermoeden dat hij de andere partij in het gelijk zal stellen.
Dit is mogelijk doch u dient hiervoor vooraf contact op te nemen met de korpsoverste of diens vertegenwoordiger. De adressen vindt u terug op het internet.
De meeste zittingen in het gerechtsgebouw zijn openbaar en voor het publiek toegankelijk. Sommige zittingen, bijvoorbeeld van de jeugdrechtbank of correctionele zittingen, waarbij de voorzitter de sluiting van de deuren heeft bevolen, mag u niet bijwonen.
Iedereen vanaf 18 jaar kan een zitting bijwonen. Jongeren onder de 18 jaar dienen vergezeld te zijn van een ouder.
In een aantal kamers is een bode aanwezig. U kan zich het best aanmelden bij deze bode. Hij zal u ook aanwijzen waar u plaats mag nemen. Er zijn immers een aantal plaatsen voorbehouden voor de advocaten en voor de burgers die voor de rechtbank dienen te verschijnen.
Al naargelang van de omstandigheden is het mogelijk dat u bij de ingang van het gerechtsgebouw een veiligheidscontrole dient te ondergaan.
De rechter is verplicht om voor elke veroordeling tot een geldboete een vervangende gevangenisstraf uit te spreken.
De vervangende gevangenisstraf is een soort drukkingsmiddel van de overheid om de betaling van de geldboete af te dwingen, wanneer de veroordeelde niet geneigd zou zijn te betalen, en een middel om de veroordeelde niet aan bestraffing te laten ontsnappen, als hij de boete niet kan betalen.
Wat is een attest van niet-faillissement?
Met het attest van niet faillissement kunt u bewijzen dat u niet failliet bent gegaan. Een dergelijk attest is bijvoorbeeld nodig om in te schrijven bij een aanbesteding en bij andere administratieve stappen.
Waar kan ik dit attest aanvragen?
Een attest van niet-faillissement kan u aanvragen bij de bevoegde ondernemingsrechtbank, dit is de rechtbank waar uw bedrijf zijn zetel heeft.
U kan de ondernemingsrechtbank terug vinden via deze tool.
Indien er op de website van de bevoegde ondernemingsrechtbank geen aanvraagformulier is voorzien, neemt u best contact op met de griffie, waarvan u de gegevens terug vindt via de tool of de website of via het rechter menu "Griffies" waar meestal zowel telefoonnummer als mailadressen staan vermeld.
Daar zal men uitleggen wat u precies moet doen.
U heeft een advocaat!
Ga na of hij niet reeds in het bezit is van het vonnis of het arrest en zoniet bestel het via hem.
U heeft geen advocaat!
Om een vonnis of arrest in te kijken, neemt u best contact op met de griffie van de rechtbank of het hof die de uitspraak heeft gedaan.
Ook voor het bestellen van een kopie van een vonnis of arrest, neemt u best contact op met de griffie van die rechtbank of dat hof.
Voor het bestellen van een kopie zal u moeten betalen.
De FOD Justitie heeft een nieuwe brochure gemaakt naar aanleiding van de wetswijziging in verband met de VZW. U kan deze hier downloaden.
De bijdragen spijzen het Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand. Met de opbrengsten van dat fonds wordt het stelsel van juridische tweedelijnsbijstand aanvullend gefinancierd. Op die manier kan aan de advocaten die in dat stelsel prestaties leveren een billijke vergoeding worden gegarandeerd.
De bijdrage van 20 euro is verschuldigd in burgerlijke zaken en in strafrechtelijke zaken.
Wenst u meer uitleg over die bijdrage, raadpleeg dan deze omzendbrief van de FOD Justitie.