Welkom

Beste bezoeker,

De afdeling Gent maakt, samen met de afdelingen Dendermonde en Oudenaarde, deel uit van de rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen.

De Gentse afdeling bestaat uit:

  • de burgerlijke rechtbank: die behandelt de burgerlijke zaken;
  • de correctionele rechtbank: die behandelt strafzaken;
  • de familierechtbank: die behandelt de familiezaken;
  • de jeugdrechtbank : die behandelt zaken over jeugdbescherming;
  • de fiscale rechtbank: deze behandelt geschillen over belastingen;
  • de strafuitvoeringsrechtbank: deze behandelt zaken over de strafuitvoering.

Het doel van deze website bestaat erin u zoveel mogelijk nuttige informatie te geven. Wilt u weten wanneer uw zaak gepleit  wordt? Of wanneer de rechter een beslissing neemt in uw zaak? Wist u dat de burgerlijke rechtbank en de familierechtbank elk een gespecialiseerde verzoenings- en bemiddelingskamer hebben? Wat doet de drugbehandelingskamer? Tot slot informeert de rechtbank de advocaten over de bewijsstukken, die zij moeten bezorgen.  

U kunt de concrete informatie terugvinden onder de rubriek "secties".

Wenst u een concreet advies of bijstand? Dan kunt u terecht bij een advocaat  U zult er rekening willen mee houden dat de rechters, de griffiers en de medewerkers van deze rechtbank geen advies mogen geven.  Dit geldt ook als u een rechter, een griffier of een medewerker persoonlijk zou kennen.

Als u onvoldoende bestaansmiddelen hebt, hebt u recht op een pro-Deoadvocaat. 

Heeft u een rechtszaak en heeft u daarvoor onze rechtbank bezocht, dan vernemen wij graag hoe één en ander is verlopen.  Daartoe kunt u de korte enquête invullen om uw mening te geven.

Met vriendelijke groeten,

Daniel Van den Bossche

afdelingsvoorzitter Gent

Gebouw

Het gerechtsgebouw aan de Opgeëistenlaan nr. 401 is beveiligd. De veiligheidscontrole is vergelijkbaar met deze van een luchthaven. Het is aan te raden ruim voor de aanvang van de zitting aanwezig te zijn aangezien deze controle een vertraging bij het betreden van het gebouw kan veroorzaken. 

Tolken - vertalers

Bepaalde burgers contacteren ons met de vraag de gegevens te bezorgen van een vertaler die kan instaan voor het vertalen van bepaalde documenten.

De rechtbank kan aan deze vraag helaas niet voldoen. De wet schrijft immers voor dat het nationaal register voor gerechtsdeskundigen en beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken door de Federale Overheidsdienst Justitie wordt beheerd en permanent wordt bijgewerkt. Op gevaar af dat bepaalde vertalers worden bevoordeeld kan dan ook op deze individuele verzoeken niet worden ingegaan.

Het nationaal register kan geraadpleegd worden op: https://justsearch.just.fgov.be/national-registry-search/translator

 

Sinds 1 januari 2021 staan de rechtbanken van eerste aanleg niet langer in voor de legalisatie van de handtekening van beëdigde vertalers en vertalers-tolken. Meer informatie over de legalisatie van de handtekening vindt u op de website van de FOD Justitie: https://justitie.belgium.be/nl/themas/personen_en_gezinnen/legalisatie

Stages studenten

De afdeling Gent werkt sedert vele jaren samen met de Universiteit Gent en de hogescholen Gent in het kader van de stageprogramma’s.

De afdelingsvoorzitter en de afdelingsgriffier beslisten deze stages te beperken tot studenten van de Universiteit Gent en de hogescholen Gent. De reden daartoe is dat wij deze stages op een kwaliteitsvolle wijze willen blijven invullen. Deze begeleiding vereist immers een grote inzet van de magistraten en griffiers.

Verder moeten de aanvragen tot stage gericht worden aan de stagecoördinators van de Universiteit Gent en de hogescholen Gent. Deze treden dan in contact met de afdelingsvoorzitter, respectievelijk de afdelingsgriffier (wat betreft de richting “rechtspraktijk” in de hogeschool Gent). Het is dan ook nutteloos aanvragen nog te richten aan de magistraten of griffiers individueel aangezien zij geen toezeggingen mogen doen. De reden daartoe is dat alle aanvragen op gelijke wijze moeten worden behandeld.  

 

Uitspraken

05/09/2017 De milieukamer van de correctionele rechtbank van Gent heeft vandaag een jager veroordeeld wegens valsheid in geschrifte, gebruik ervan en wegens het jagen op een te klein jachtterrein.

Om te mogen jagen moet een jager beschikken over een jachtterrein van minstens 40 hectare. Aangezien de jager zelf niet over die oppervlakte beschikte, voegde hij op zijn jachtplannen percelen van andere eigenaars samen. Zo kon hij wel aan de 40 hectare raken om te mogen jagen. Dat gebeurde echter zonder toestemming van de eigenaars. Daarom waren zijn jachtplannen vals.

De zaak startte met een klacht van omwonenden en van een vzw nadat was vastgesteld dat eigendommen als jachtterrein waren ingekleurd zonder dat de eigenaars het wisten.

De jager werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 maanden met uitstel en een effectieve geldboete van 9.000 euro. De rechtbank verwees naar de bedrieglijke ondermijning van de jachtregels die gericht zijn op het verstandig gebruik van wildsoorten en hun leefgebieden, op een beter wildbeheer en het natuurbehoud en op een verbeterd toezicht. De rechtbank wees ook op de schade voor mens en natuur en naar de imagoschade voor jagers die wel de regels naleven.

De vijf slachtoffers kregen elk een schadevergoeding van 500 euro. De jager had hun eigendommen in zijn jachtplan opgenomen en daarom moesten ze zelf stappen ondernemen om hun percelen uit te kleuren. Bovendien jaagde de jager ten onrechte in hun buurt. Aan de vzw kende de rechtbank een schadevergoeding van 1.250 euro toe.

De jager zal een nieuw jachtexamen moeten afleggen vooraleer hij opnieuw een jachtvergunning kan krijgen.

20/06/2017 De milieukamer van de correctionele rechtbank van Gent heeft vandaag de exploitanten van een biovergistingsinstallatie veroordeeld wegens verschillende milieumisdrijven. Het bedrijf werd ervan verdacht de milieuvergunningsvoorwaarden niet na te leven en gedurende jaren talrijke keren lawaai- en geurhinder te veroorzaken. Ondanks meerdere aanmaningen nam het bedrijf geen voldoende  maatregelen. Ook afvalwater werd illegaal afgevoerd in een bekken voor regenwater waardoor ook geurhinder ontstond.

Het bedrijf kreeg een geldboete van 60.000 euro. De afgevaardigd bestuurder werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 maanden met uitstel en een effectieve geldboete van 30.000 euro.

De rechtbank verwees naar de schade voor mens en milieu, de lange duur en de verschillende inbreuken, naar het strafrechtelijk verleden van de bestuurder voor analoge misdrijven, en naar de concurrentievervalsing met bedrijven die wel de regels naleven.

Aan de buren die van 2012 tot 2017 talrijke klachten wegens geur- en lawaaihinder hadden, werd een schadevergoeding van 7.500 euro toegekend. Op hun vraag werd ook de sluiting van het bedrijf bevolen binnen de 10 dagen na betekening van het vonnis. Het bedrijf mag pas heropstarten nadat het met een akoestisch onderzoek aantoont dat de geluidsnormen worden nageleefd en nadat een geur-audit aantoont dat de geurhinder verholpen is.

Reglementen

Het gebeurt af en toe dat in familiezaken vorderingen inzake ouderlijk gezag, verblijfsregeling en omgangsrecht worden ingeleid voor de 15 FK.

De advocaat of de gerechtsdeurwaarder steunt zich dan klaarblijkelijk op punt 1 van artikel I 5 Paragraaf 1 waarin staat dat deze kamer vorderingen op grond van artikel 1253 ter 4 § 1 Ger. W. behandelt, te weten vorderingen waarin spoedeisendheid wordt aangevoerd.

Hierbij wordt het oog verloren dat inzake vorderingen van ouderlijk gezag, verblijfsregeling en omgangsrecht de spoedeisendheid wordt vermoed zodat deze zaken steeds moeten ingeleid worden voor de 16 FK en of 18 FK al naargelang het gaat om samenwonenden of gehuwden.

De familierechters die zetelen in 16 FK of 18 FK zullen steeds nagaan of er redenen zijn om in een zaak bepaalde aspecten meteen te behandelen.   Hun beslissing zal mede ingegeven worden door de werklast op dat ogenblik aangezien alle voormelde vorderingen geacht worden  spoedeisend te zijn.

Het is dus juridisch niet juist te dagvaarden voor de 15 FK en het leidt tot tijdsverlies aangezien de zaak anders zal moeten toebedeeld worden.

Kunnen wel worden ingeleid voor de 15 FK:

  • zaken waarin de spoedeisendheid niet wordt vermoed, maar waarbij de eiser aanvoert dat er spoedeisendheid is, zeer concreet bijvoorbeeld bij schoolkeuzes
  • zaken waarin met het Haags Kinderverdrag als rechtsgrond wordt opgegeven.