Drievoudige moord Roeselare - Toelichting vonnis verdachte
Naar aanleiding van de berichtgeving in bepaalde media rond de verdachte van de drievoudige moord in Roeselare wenst de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen het vonnis van 18 september 2025 van de afdeling Kortrijk nader toe te lichten.
Feiten
Een man van Afghaanse origine moest zich voor de correctionele rechtbank van Kortrijk verantwoorden voor het toebrengen van opzettelijke slagen en verwondingen aan zijn echtgenote en drie kinderen. Hij werd hiervoor op 18 september 2025 veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf waarvan de helft met uitstel voor een termijn van drie jaar en tot een effectieve geldboete van 100 euro (te vermeerderen met de opdeciemen gebracht op 800 euro).
Motivering rechtbank
Bij het bepalen van de straf en de strafmaat hield de rechtbank rekening met onder meer de volgende elementen:
-
de bewezen verklaarde feiten zijn met elkaar verbonden door eenheid van misdadig opzet, zodat overeenkomstig artikel 65, eerste lid Strafwetboek slechts één straf werd opgelegd, namelijk de zwaarste;
-
de actuele persoonlijke situatie van de beklaagde en zijn persoonlijkheid zoals die bleek uit het strafdossier en de uiteenzetting op de zitting;
-
het blanco strafverleden van de beklaagde;
-
de meervoudige doelstellingen van de straftoemeting. Naast het uiten van de maatschappelijke afkeuring ten aanzien van de overtreding van de strafwet, het bevorderen van het herstel van het maatschappelijk evenwicht en van het herstel van de door het misdrijf veroorzaakte schade, dient de straftoemeting ook het bevorderen van de maatschappelijke rehabilitatie en re-integratie van de dader en de bescherming van de maatschappij;
-
de rechtbank kwam niet tegemoet aan het op de zitting geformuleerde verzoek van de beklaagde om hem een straf met probatievoorwaarden op te leggen. De rechtbank meende dat een probatiebegeleiding niet werkbaar was aangezien de beklaagde onvoldoende Nederlands speekt/begrijpt. De rechtbank verwees onder meer naar het aanvangsverslag van 13 augustus 2025 waarin de justitieassistente stelde dat de beklaagde de Nederlandse taal onvoldoende machtig is om constructief te communiceren. Omwille van de taalbarrière had de justitieassistente het gevoel dat er sprake was van miscommunicatie en foutieve interpretaties, en kon zij de gewenste informatie niet vergaren. Niets belette de beklaagde om vrijwillig, los van enige probatiestructuur, te werken aan zijn problematieken.
Duiding
De rechtbank wijst erop dat de wettelijk bepaalde maximumstraf werd opgelegd, zowel wat de gevangenisstraf (deels met uitstel) als wat de geldboete betreft.
Op 29 juli 2025 werd de verdachte door de raadkamer vrijgelaten onder voorwaarden. Eén van de voorwaarden was een contactverbod met zijn echtgenote en zijn kinderen. Anders dan sommige berichtgeving in de pers stelt, was dit contactverbod op het ogenblik van de feiten te Roeselare nog steeds lopende aangezien de opgelegde voorwaarden gehandhaafd worden tot de beslissing ten gronde definitief is (artikel 36, § 2 Wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis).
Het vonnis werd uitgesproken op 18 september 2025 zodat de beroepstermijn tegen dit vonnis op heden nog steeds lopende is. Het vonnis is nog niet definitief. De straf kan zodoende nog niet worden uitgevoerd.
Sinds de wetswijziging van 5 februari 2016 is de onmiddellijke aanhouding voor deze feiten wettelijk niet mogelijk.
Geanonimiseerd vonnis
U vindt hieronder het volledige geanonimiseerde vonnis.