12/09/2025

Het hof van beroep Gent heeft vijf beklaagden veroordeeld wegens onder andere het vervalsen van tenniswedstrijden met de bedoeling om grote gokwinsten te realiseren. De beklaagden werkten met diverse spelersaccounts, waarbij ook gebruik werd gemaakt van de identiteit en de bankgegevens van derden. Het hoger beroep van de eerste beklaagde – de leider van de criminele organisatie - kwam te vervallen.

Feiten 

In 2018 startte een uitgebreid gerechtelijk onderzoek naar een bende die minstens 375 tenniswedstrijden had vervalst. Door de uitslag van die wedstrijden te manipuleren – via het omkopen van tennisspelers – konden de bendeleden grote gokwinsten opstrijken. Het gokken verliep via diverse spelersaccounts waarbij ook namen en bankrekeningen van familieleden en derden werden gebruikt.

Veroordeling door correctionele rechtbank Oudenaarde

In totaal moesten 28 beklaagden zich verantwoorden voor de correctionele rechtbank van Oudenaarde wegens onder andere oplichting, deelname aan beïnvloede kansspelen, witwasmisdrijven, valsheid in geschriften, valsheid in informatica en lidmaatschap van een criminele organisatie. 

Alle beklaagden werden op 30 juni 2023 door de rechtbank veroordeeld. Meer dan 9,5 miljoen euro gokwinsten werden verbeurd verklaard.

Zes beklaagden – die allemaal effectieve gevangenisstraffen kregen opgelegd - gingen tegen dit vonnis in beroep. Dat gold ook voor enkele burgerlijke partijen, waaronder de internationale tennisfederatie (ITF) en het internationale tennis integriteit agentschap (ITIA).

Behandeling hof van beroep

Bij de behandeling van de zaak kwam het hof tot volgende conclusies:

  • De hoofdbeklaagde – de leider van de criminele organisatie - diende geen grievenformulier in, waardoor zijn hoger beroep kwam te vervallen. Dit betekent dat zijn veroordeling in eerste aanleg definitief is (een hoofdgevangenisstraf van 5 jaar en een boete van 8.000 euro, naast een verbeurdverklaring van 105.363,37 euro en 546.432 Amerikaanse dollar).
  • Een tweede beklaagde – die binnen de criminele organisatie de rol van boekhouder vertolkte - werd bij verstek veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 jaar en een boete van 8.000 euro. Een bedrag van 3 miljoen euro werd verbeurd verklaard.
  • Drie beklaagden waren verantwoordelijk voor het rekruteren van personen die tegen betaling hun identiteit- en bankgegevens ter beschikking stelden om op hun naam te gokken op (door de eerste beklaagde) vervalste wedstrijden. Ze maakten via het internet spelersaccounts aan op naam van derden, gaven instructies om te gokken en verschaften daarbij informatie over vervalste wedstrijden. Deze beklaagden werden elk veroordeeld tot gevangenisstraffen van 15 maanden met uitstel voor een termijn van 5 jaar en geldboetes. In totaal werd bij hen een bedrag van 360.000 euro verbeurd verklaard. 
  • Een zesde beklaagde maakte zich schuldig aan het converteren van illegale vermogensvoordelen in andere gelden of waarden (witwassen). Hij maakte spelersaccounts aan waarop hij - na het plaatsen van weddenschappen - gelden liet toekomen. Hij deed dit in nauwe samenwerking met de eerste beklaagde, met het oog op gokfraude en het realiseren van witwasmisdrijven. Deze beklaagde werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 jaar met uitstel voor een termijn van 5 jaar en een boete van 4.000 euro. Een bedrag van 70.000 euro werd verbeurd verklaard.

Motivering hof van beroep

Het hof van beroep verwijst onder meer naar volgende elementen om haar beslissing rond de schuldvraag en de strafmaat te motiveren:

  • Het hof stelt vast dat de redelijke termijn in strafzaken is overschreden. Het gaat echter niet om een zeer zwaarwichtige miskenning van de redelijke termijn die moet leiden tot het verval van de strafvordering. Bovendien heeft de overschrijding van de redelijke termijn geen bewijzen aangetast of het verweer van de beklaagde onmogelijk gemaakt.
  • De feiten hadden een sociaal ontwrichtend karakter en tastten op ernstige wijze het eerlijk verloop van sportwedstrijden aan. 
  • Bij vier beklaagden komt het gewoon uitstel van de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf, behoudens de periode van voorlopige hechtenis, voldoende tegemoet aan de wenselijkheid om de maatschappelijke rehabilitatie en re-integratie van de daders te bevorderen.
  • Het hof raamde het voorwerp van het witwasmisdrijf op een bedrag van 6.000.000 euro. Het bedrag dat bij elke beklaagde verbeurd werd verklaard, stond bij telkens in verhouding tot zijn/haar respectievelijk aandeel in de feiten.