10/12/2025

De rechtbank van eerste aanleg Leuven heeft vandaag zes beklaagden in vijf aparte vonnissen veroordeeld voor inbreuken op de wetgeving inzake dierenwelzijn. De feiten hebben betrekking op het welzijn van 24 dieren: 17 honden, 3 katten, 3 pony's en 1 slang. Volgens de rechtbank hebben de beklaagden door hun nalatigheid nodeloos dierenleed veroorzaakt bij dieren die volledig van hen afhankelijk waren. Deze vonnissen zijn een gevolg van de themazitting rond dierenwelzijn die de rechtbank organiseerde op woensdag 12 november. 
 

De feiten gaan terug tot 2024 en 2025. Ze kwamen aan het licht na meldingen bij de politie. Uit de vaststellingen van de politie blijkt dat de beklaagden geen aangepaste huisvesting, voeding of verzorging voor hun dieren voorzagen.

Vijf vonnissen

Vandaag sprak de rechtbank zich uit in vijf aparte vonnissen:

  • De zwaarste straf is er voor een beklaagde, die wordt veroordeeld voor inbreuken op de dierenwelzijnswetgeving ten aanzien van drie volwassen honden, tien puppy’s en één kat. Ze gaf deze dieren geen aangepaste voeding of huisvesting (tenlastelegging A).  De beklaagde maakte bovendien reclame voor de handel in puppy’s via Facebook, hoewel zij geen erkend hondenkweker is (tenlastelegging B). Tijdens een politiecontrole op 3 mei 2024 in haar woning in Aarschot bleek deze bijzonder vuil, hing er een indringende geur en was er onvoldoende drinkwater aanwezig. Een van de honden moest ook een nest met puppy’s zogen. De beklaagde gaf verstek tijdens de behandeling van haar zaak in de rechtbank en heeft een ongunstig strafblad. 
    Ze wordt veroordeeld tot een effectieve gevangenisstraf van zes maanden, een geldboete van 3.200 euro en ze mag gedurende een periode van 5 jaar geen dieren houden. 
     
  • Een beklaagde gaf haar huisdieren (twee katten en één hond) geen aangepaste voeding, verzorging en huisvesting. De dieren leefden in de woning van de beklaagde te Bekkevoort in een vuile en niet-verluchte omgeving. Bij een politiecontrole in april 2025 bleek dat etensbakken bevuild waren en er geen proper drinkwater beschikbaar was voor de dieren. De kattenbakken waren ook al geruime tijd niet meer ververst en in de woning waren geen krappalen of -matten aanwezig. De huisdieren waren bovendien niet correct geïdentificeerd en geregistreerd. De beklaagde gaf verstek tijdens de behandeling van haar zaak in de rechtbank en heeft een ongunstig strafblad. 
    Zij krijgt een gevangenisstraf van één maand met uitstel (gedurende een proeftijd van drie jaar), een geldboete van 1.600 euro en een verbod om gedurende vijf jaar dieren te houden.
     
  • Een beklaagde wordt veroordeeld voor de gebrekkige verzorging van haar drie shetlandpony's in een weide in Zoutleeuw. Bij een politiecontrole op 3 december 2024 bleken de hoeven van minstens twee pony’s in zeer slechte staat. Bij een tweede controle op 19 december was er geen gevolg gegeven aan de opgelegde maatregelen en waren de hoeven van alle drie de pony’s nog steeds slecht verzorgd. Er was wel voldoende voedsel en water aanwezig en de stal was ingestrooid. De beklaagde gaf verstek tijdens de behandeling van haar zaak in de rechtbank. 
    Ze krijgt een effectieve geldboete van 1.600 euro. Ook mag de beklaagde gedurende drie jaar geen paarden, pony's, ezels, koeien, schapen, geiten, alpaca's of lama's houden. 
     
  • Twee beklaagden uit Scherpenheuvel-Zichem worden veroordeeld voor de verwaarlozing van hun drie honden. Bij een politiecontrole in januari 2025 bleek dat de dieren uitgehongerd waren. Een van de honden vertoonde ook meerdere wonden. 
    Beide beklaagden krijgen elk een geldboete van 1.600 euro, waarvan de helft met uitstel (gedurende een proeftijd van drie jaar). Ook mogen ze drie jaar lang geen honden houden.  
     
  • Een beklaagde uit Tienen wordt veroordeeld voor de gebrekkige verzorging van haar slang.  Deze beklaagde hield in haar woning een pythonslang in een terrarium dat daar niet volledig op voorzien was. Tijdens een controle van de politie in maart 2024 bleek dat het terrarium geen warmtelamp en/of UV-licht bevatte en dat de waterschaal droog stond. Volgens de beklaagde had de slang al drie maanden niet gegeten. Een dierenarts stelde vast dat het dier mager was en een tentvormige rug had. De gezondheidstoestand van de slang liet veel te wensen over, iets waar de beklaagde zich maar weinig bewust van bleek. 
    De beklaagde moet een geldboete van 1.600 euro betalen, waarvan de helft met uitstel (gedurende een proeftijd van drie jaar).

Deze vijf vonnissen vloeien voort uit de themazitting dierenwelzijn die de correctionele rechtbank op woensdag 12 november 2025 organiseerde. Tijdens deze zitting werden acht dossiers behandeld. Voor vijf daarvan werd vandaag uitspraak gedaan. Drie andere zaken werden uitgesteld op verzoek van de verdediging. Deze komen aan bod op de zitting van woensdag 11 maart 2026.