Overslaan en naar de inhoud gaan
  • Contact
  • Adressen
  • Nieuws
  • Jobs
  • FAQ
  • Links
  • Tools
  • Zoeken
  • Inloggen
  • NL
  • FR
  • DE
Home Hoven & Rechtbanken
  • Home
  • Rechtbanken en hoven
    Vredegerecht Politierechtbank Rechtbank van eerste aanleg Arbeidsrechtbank Ondernemingsrechtbank Hof van beroep Arbeidshof Hof van assisen Hof van Cassatie
  • Nuttige info
    U kreeg een oproepingsbrief U zoekt advies of steun U wil een conflict oplossen U kreeg een betaalbericht Ik ben Ik zoek Brochures Woordenlijst Klachten Tarieven Personen in de rechtbank Procedures in de rechtbank Alimentatie Multimodaal toegangsplan
  • College
  • Kennisbibliotheek
  • Uw dossier
  • Contact
  • Adressenlijst
  • Nieuws
  • Jobs
  • FAQ
  • Links
  • Zoeken
Een rechtbank zoeken

Rechtbank van eerste aanleg

Beschrijving Bevoegdheden Samenstelling Procedures Wetgeving Documentatie
De rechtbank van eerste aanleg is de rechtbank met de meest uitgebreide bevoegdheden, zowel op burgerlijk als op strafrechtelijk gebied.

12 gerechtelijke arrondissementen - 13 rechtbanken van eerste aanleg

Zetel van de rechtbanken van eerste aanleg.

Het land is onderverdeeld in 12 gerechtelijke arrondissementen, namelijk West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Antwerpen, Limburg, Waals-Brabant, Henegouwen, Namen, Luik, Luxemburg, Leuven, Eupen en Brussel Nederlandstalig / Brussel Franstalig.

Per gerechtelijk arrondissement bestaat er een rechtbank van eerste aanleg en elke rechtbank van eerste aanleg heeft een aantal afdelingen. Zo heeft Oost-Vlaanderen drie afdelingen, namelijk Gent, Dendermonde en Oudenaarde.

Kamers en samenstelling.

Elke afdeling van de rechtbank van eerste aanleg bestaat op zijn beurt uit meerdere secties: de burgerlijke rechtbank, de correctionele rechtbank, de jeugdrechtbank, de familierechtbank en de strafuitvoeringsrechtbank.

Meer informatie over de samenstelling van het rechtscollege vindt u onder 'zittende magistraten'.

Openbaar ministerie.

Het Openbaar Ministerie bij de rechtbank van eerste aanleg wordt waargenomen door de procureur des Konings, één of meer eerste substituten en één of meer substituten.

Meer uitleg vindt u onder 'staande magistraten'.

Griffie.

Meer uitleg over de griffier en de griffie vindt u onder 'griffier' en 'griffie".

Bevoegdheden.

De burgerlijke rechtbank is bevoegd voor alle geschillen waarvoor de wetgever geen andere rechtbank van eerste aanleg uitdrukkelijk bevoegd heeft verklaard.

De correctionele rechtbank is bevoegd voor alle wanbedrijven, zoals diefstal, aanranding van de eerbaarheid, oplichting, enz.

De jeugdrechtbank is bevoegd voor de meeste burgerlijke en strafzaken in verband met minderjarigen.

De familierechtbank is bevoegd voor voor zowat alle geschillen die betrekking hebben op het familieleven, op enkele zeldzame uitzonderingen na.

De strafuitvoeringsrechtbank ziet toe op de uitvoering van de straffen.

Hierna volgt meer informatie over de verschillende bevoegdheden van de rechtbank van eerste aanleg.

Burgerlijke rechtbank

De burgerlijke kamer van de rechtbank van eerste aanleg moet worden beschouwd als het gewone gerecht. Zij mag dus oordelen over alle zaken, behalve de bij de wet voorziene uitzonderingen.

Algemene bevoegdheid.

De burgerlijke rechtbank behandelt alle geschillen omtrent bedragen van meer dan 5.000 euro, behalve de bij de wet voorziene uitzonderingen.

Voorbeelden van zulke uitzonderingen zijn:

  • vorderingen die rechtstreeks voor het hof van beroep of het Hof van Cassatie komen;
  • vorderingen die behoren tot de uitsluitende bevoegdheid van de vrederechter, de politierechtbank, de ondernemingsrechtbank en de arbeidsrechtbank.

Uitsluitende bevoegdheid.

De burgerlijke kamers zijn onder meer uitsluitend bevoegd voor:

  • vorderingen tot verklaring van erfrechtelijke onwaardigheid;
  • geschillen betreffende de toepassing van de belastingwet;
  • vorderingen tot schadevergoeding op basis van de stedenbouwwet;
  • vorderingen tot het verkrijgen van betalingsfaciliteiten op het hypothecair krediet;
  • vorderingen tot erkenning of uitvoerbaarverklaring van buitenlandse rechterlijke beslissingen;
  • tuchtvorderingen tegen notarissen en gerechtsdeurwaarders.

Bevoegdheid in hoger beroep.

Als gerecht in hoger beroep oordeelt de rechtbank van eerste aanleg ook over de hogere beroepen tegen de vonnissen van de vrederechter en de politierechtbank.

Bestuurlijke bevoegdheid.

Net als de vrederechter heeft de rechtbank van eerste aanleg een aantal bestuurlijke bevoegdheden.

Zo beëdigt de rechtbank van eerste aanleg:

  • de notarissen;
  • de gerechtsdeurwaarders;
  • de ambtenaren en aangestelden bij het bosbeheer;
  • de wegenopzichters, de inspecteur en hoofdinspecteurs van politie belast met de vaststelling van de overtreding van wetten en verordeningen betreffende de spoorwegen, hun exploitatie en politie;
  • de ambtenaren en beambten belast met de vaststelling van de overtreding van de wet en de verordeningen betreffende het vervoer van uitwijkelingen;
  • de douanebeambten belast met de vaststelling van de misdrijven gepleegd binnen de omheining van vrije stapelplaatsen.

Beslagrechter.

De beslagrechter maakt deel uit van de rechtbank van eerste aanleg en behandelt alle geschillen over de tenuitvoerlegging van vonnissen en arresten.

Correctionele rechtbank

De correctionele rechtbank is voornamelijk bevoegd voor de behandeling van wanbedrijven en behandelt de hogere beroepen tegen de vonnissen van de politierechter in strafzaken.

Wanbedrijven.

Een wanbedrijf kan bestraft worden met een gevangenisstraf van minimum acht dagen tot maximum vijf jaar of een geldboete van ten minste 26 euro te vermenigvuldigen met de opdeciemen. Ook de poging tot het plegen van wanbedrijven is strafbaar, al zijn de straffen hiervoor milder.

  • De geldboete wordt verhoogd met vijftig decimes (= geldboete X 6), voor feiten na 1 januari 2012.
  • Indien de feiten voor 1 januari 2012 zijn gepleegd, wordt de geldboete met 45 decimes (= geldboete X 5,5) verhoogd.
  • Indien de feiten voor en na 1 januari 2012 zijn gepleegd, bvb. een feit op 2/12/2011 en een feit op 1/02/2012, en die feiten zijn beiden bewezen verklaard, dan wordt de geldboete ook met vijftig decimes (= geldboete X 6) verhoogd.
  • Vanaf 1 januari 2017 worden de geldboetes verhoogd met 70 decimes (= geldboete x 8).

Voorbeelden van wanbedrijven:

  • diefstal,
  • misbruik van vertrouwen,
  • oplichting,
  • slagen en verwondingen.

De correctionele rechtbank behandelt ook gecorrectionaliseerde misdaden. Dat zijn zeer ernstige strafbare feiten waarvoor in principe het hof van assisen bevoegd is, maar waarover de correctionele rechtbank oordeelt na aanneming van verzachtende omstandigheden.

Hoger beroep tegen vonnissen van de politierechtbank.

De correctionele rechtbank behandelt ook de hogere beroepen tegen de vonnissen van de politierechtbank in strafzaken.

Dit hoger beroep wordt steeds behandeld door een kamer met drie rechters.

Raadkamer.

De raadkamer maakt deel uit van de rechtbank van eerste aanleg.

De raadkamer heeft  als onderzoeksgerecht twee belangrijke opdrachten: oordelen over het bevel tot aanhouding en de verwijzing van een zaak naar de bevoegde strafrechtbank.

Wanneer de onderzoeksrechter beslist om een persoon aan te houden, dan moet het aanhoudingsmandaat na elke maand verlengd worden. De beslissing voor de verlenging van het aanhoudingsmandaat ligt niet bij de onderzoeksrechter maar bij de raadkamer.

Na afloop van een gerechtelijk onderzoek (onderzoek dat geleid wordt door de onderzoeksrechter), beveelt de raadkamer de buitenvervolgingstelling bij onvoldoende bezwaren of verwijst de zaak naar de bevoegde rechtbank bij voldoende bezwaren. Dit kan de correctionele rechtbank zijn hetzij het hof van assisen. Die verwijzing  verloopt via de kamer van inbeschuldigingstelling, die deel uitmaakt van het hof van beroep.

In een aantal gevallen houdt de raadkamer ook zitting als vonnisgerecht, namelijk als de internering of de opschorting van de uitspraak wordt gevraagd of gevorderd, op voorwaarde  dat de openbaarheid van de debatten voor het vonnisgerecht (correctionele rechtbank) de reclassering van de verdachte in gevaar kan brengen.

Familierechtbank

De familierechtbank bestaat uit een of meer familiekamer en kamers voor minnelijke schikking.

Gewone bevoegdheid.

De familiekamer oordeelt onder meer over volgende zaken:

  • geschillen over afstamming, burgerlijke stand, adoptie, huwelijk, echtscheiding en samenwoning;
  • geschillen over de uitoefening van het ouderlijk gezag, de verblijfsregeling en het recht op persoonlijk contact ten aanzien van minderjarige kinderen;
  • geschillen over onderhoudsverplichtingen;

Bevoegdheid in dringende zaken.

De familiekamer behandelt ook familiale geschillen, die snel beslist moeten worden.

Bij uiterst dringende zaken beslist de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg.

Bevoegdheid in hoger beroep.

De familiekamer behandelt de hogere beroepen van een aantal beslissingen van de vrederechter in eerste aanleg.

Kamer minnelijke schikking.

De familierechtbank heeft ook één of meer kamers, waaraan geschillen in familiezaken met het oog op een verzoening kunnen worden voorgelegd.

Het Gerechtelijk Wetboek voorziet hiervoor in een hele procedure.

Bijlagen

- De familie- en jeugdrechtbank

Jeugdrechtbank

De jeugdrechtbank is een rechtbank voor minderjarigen.

Het jeugdrecht is verschillend in Vlaanderen, Brussel, Wallonië en de Duitstalige gemeenschap.

De jeugdrechtbank is bevoegd om uitspraken te doen:

  • als een minderjarige een misdrijf heeft gepleegd (maar niet voor verkeersovertredingen vanaf 16 jaar)
  • als hulpverlening noodzakelijk is omdat een minderjarige in gevaar is of opgroeit in moeilijke omstandigheden. (In Vlaanderen spreekt men van een “verontrustende situatie” of VOS).

De jeugdrechtbank kan reageren op misdrijven door herstelbemiddeling voor te stellen, of door de jongere in een jeugdinstelling te plaatsen in ernstige gevallen.

Wanneer de maatregelen van de jeugdrechtbank niet meer helpen en in erg uitzonderlijke gevallen, kan de jeugdrechtbank beslissen om de plus-16-jarige door te verwijzen naar een rechtbank voor volwassenen (uithandengeving). Dat kan de correctionele rechtbank zijn of bij zeer ernstige misdrijven het hof van assisen.

Opgelet vanaf 1 september 2019 is het decreet betreffende het jeugddelinquentierecht in voege getreden.

Bijlagen

- De familie- en de jeugdrechtbank

Nuttige links

- Decreet betreffende het jeugddelinquentierecht

Strafuitvoeringsrechtbank

De Belgische strafuitvoeringsrechtbanken (Surb.) zijn rechtbanken die toezien op de uitvoering van de straffen, die door de hoven en rechtbanken worden uitgesproken. Een bijzondere kamer houdt toezicht op de internering die door een rechtsmacht wordt uitgesproken.

De strafuitvoeringsrechtbank is samengesteld uit een voorzitter, de strafuitvoeringsrechter (SUR) en twee assessoren en trad op 1 februari 2007 in werking.

De strafuitvoeringsmodaliteiten worden toegekend door de strafuitvoeringsrechter indien de straf in totaal maximaal drie jaar duurt (momenteel nog niet in uitvoering - thans beslist de Minister nog). Wanneer de straf langer dan drie jaar duurt, dan zal de strafuitvoeringsrechtbank de modaliteiten toekennen.

De strafuitvoeringsrechtbank heeft verschillende bevoegdheden rond tot de uitvoering van de straffen. Hierna worden er enkele opgesomd.

Beperkte detentie.

De beperkte detentie is een wijze van uitvoering van de vrijheidsstraf die de veroordeelde toelaat om op regelmatige wijze de strafinrichting te verlaten voor een bepaalde duur van maximum zestien uur per dag. Deze modaliteit wordt toegekend aan de veroordeelde om zijn professionele, opleidings- of familiale belangen te behartigen die zijn aanwezigheid buiten de gevangenis vereisen.

Elektronisch toezicht.

Elektronisch toezicht is een wijze van uitvoering van de straf waarbij de veroordeelde het geheel of een gedeelte van zijn vrijheidstraf buiten de gevangenis ondergaat volgens een bepaald uitvoeringsplan, waarvan de naleving onder meer door elektronische middelen wordt gecontroleerd.

Deze modaliteit wordt toegekend bij het begin van de strafuitvoering.

Voorlopige invrijheidstelling met het oog op verwijdering van het grondgebied of met het oog op overlevering.

De strafuitvoeringsrechtbank beslist over de vrijlating van een vreemdeling die veroordeeld werd tot uitlevering, terugzending of uitwijzing zodat hij het grondgebied verlaat. Deze modaliteit kan worden toegekend wanneer de veroordeelde een derde van de straffen heeft ondergaan.

Voorwaardelijke invrijheidstelling.

De voorwaardelijke invrijheidstelling is een wijze van uitvoering van de vrijheidstraf waardoor de veroordeelde zijn straf buiten de gevangenis ondergaat, mits naleving van de voorwaarden die hem tijdens een bepaalde proeftijd worden opgelegd.

Voorzitter

Zittende magistraten
De voorzitter heeft de leiding respectievelijk over een aantal vredegerechten en politierechtbanken, een rechtbank van eerste aanleg, een arbeidsrechtbank of een ondernemingsrechtbank. Daarnaast bestaat er ook een voorzitter in het Hof van Cassatie die onder de Eerste Voorzitter van het Hof van Cassatie staat en een voorzitter in het hof van assisen.

Het ambt van "voorzitter" wordt toegewezen voor een leidinggevende functie in verschillende rechtscolleges.

In de rechtbanken van eerste aanleg, de ondernemingsrechtbanken en de arbeidsrechtbanken bestaat een hiërarchische structuur.

De rechtbank van eerste aanleg bestaat uit:

  • een voorzitter;
  • al naargelang het geval, geen, één of meer afdelingsvoorzitters;
  • één of meer ondervoorzitters;
  • één of meer rechters.

De ondernemingsrechtbank bestaat uit :

  • één voorzitter
  • een of meer afdelingsvoorzitters (behalve in de rechtbanken zonder afdelingen)
  • een of meer ondervoorzitters (afhankelijk van de wettelijke vastgestelde personeelsformatie)
  • rechters (beroepsmagistraten)
  • rechters in ondernemingszaken, die onder hen een voorzitter in ondernemingszaken aanwijzen (geen beroepsmagistraten).

De arbeidsrechtbank bestaat uit:

  • een voorzitter;
  • al naargelang het geval, geen, één of meer afdelingsvoorzitters;
  • één of meer ondervoorzitters;
  • één of meer rechters;
  • meerdere rechters in sociale zaken (geen beroepsmagistraten).

De voorzitter wordt bijgestaan door één of meer afdelingsvoorzitters en staat in voor de algemene leiding van de rechtbank.

De afdelingsvoorzitter staat in voor de dagelijkse leiding van de rechtbank, onder gezag van de voorzitter en heeft een aantal specifieke bevoegdheden.

Hij kan zich voor de leiding en organisatie laten bijstaan door één of meer ondervoorzitters.

De structuur van het Hof van Cassatie ziet er als volgt uit:

  • eerste voorzitter;
  • voorzitter;
  • afdelingsvoorzitter;
  • raadsheren.

Sinds de gerechtelijke hervorming van 2013 bestaat er ook een voorzitter van de vrederechters en de rechters in de politierechtbank. Binnen het arrondissement leidt, organiseert en coördineert deze voorzitter de vredegerechten en de politierechtbanken.

De structuur van de vredegerechten en politierechtbanken ziet er als volgt uit:

  • een voorzitter voor alle vredegerechten en de politierechtbank van het arrondissement;
  • een ondervoorzitter die zelf rechter in de politierechtbank is als de vrederechter voorzitter is, of omgekeerd;
  • de vrederechters en de rechters in de politierechtbank.

Afdelingsvoorzitter

Zittende magistraten
Er is een afdelingsvoorzitter in het Hof van Cassatie maar ook in de rechtbank van eerste aanleg, de arbeidsrechtbank en de ondernemingsrechtbank.

De afdelingsvoorzitter van het Hof van Cassatie wordt gekozen onder de raadsheren van het  Hof van Cassatie.

De organisatiestructuur van het Hof van Cassatie, ziet er als volgt uit:

  • eerste voorzitter;
  • voorzitter;
  • afdelingsvoorzitters;
  • raadsheren.

Meer informatie over de afdelingsvoorzitter in de rechtbank van eerste aanleg, de arbeidsrechtbank en de ondernemingsrechtbank, vindt u onder de rubriek "voorzitter".

Ondervoorzitter

Zittende magistraten
De ondervoorzitter is een beroepsmagistraat en maakt al naar gelang het geval deel uit van een rechtbank van eerste aanleg, een arbeidsrechtbank of een ondernemingsrechtbank. Daarnaast is er ook een ondervoorzitter voor alle vredegerechten en politierechtbanken samen per arrondissement. De ondervoorzitter staat de voorzitter bij in de algemene leiding van de entiteit.

In de vredegerechten en politierechtbank, de rechtbanken van eerste aanleg, de ondernemingsrechtbanken en de arbeidsrechtbanken bestaat een hiërarchische structuur.

De rechtbank van eerste aanleg bestaat uit:

  • een voorzitter;
  • één of meer ondervoorzitters;
  • één of meer rechters.

De ondernemingsrechtbank bestaat uit:

  • een voorzitter;
  • één of meer ondervoorzitters;
  • één of meer rechters;
  • meerdere rechters in ondernemingszaken (geen beroepsmagistraten).

De arbeidsrechtbank bestaat uit:

  • een voorzitter;
  • één of meer ondervoorzitters;
  • één of meer rechters;
  • meerdere rechters in sociale zaken (geen beroepsmagistraten).

De vredegerechten en politierechtbanken bestaan uit:

  • een voorzitter voor alle vredegerechten en de politierechtbank van het arrondissement samen;
  • een ondervoorzitter, die zelf rechter in de politierechtbank is als de voorzitter vrederechter is, of omgekeerd;
  • de vrederechters en de rechters in de politierechtbank.

Rechter

Zittende magistraten
De rechter is bevoegd voor de oplossing van conflicten.

De rechter spreekt recht. Met de term 'rechter' wordt meestal een magistraat van de rechterlijke macht bedoeld. De rechter is wettelijk verplicht een oordeel uit te spreken over een geschil, dat hem voorgelegd wordt. Daarbij houdt de rechter rekening met:

  • de wet;
  • de rechtspraak;
  • de rechtsleer;
  • de gewoonte.

De rechters zetelen in verschillende rechtbanken, zoals de rechtbank van eerste aanleg, de ondernemingsrechtbank en de arbeidsrechtbank.

De taak van deze rechters is verschillend al naargelang het soort rechtbank.

Een rechter in een hof van beroep, een arbeidshof of het Hof van Cassatie wordt officieel 'raadsheer' genoemd.

De rechters die vonnissen vellen, worden 'de zittende magistratuur' genoemd omdat ze tijdens het proces zitten.

Tijdens het proces in de rechtbank zetelt de rechter alleen. In bepaalde zaken zetelen de rechters met drie magistraten.

In de ondernemingsrechtbank en de arbeidsrechtbank nemen naast de rechter nog twee niet-professionele rechters plaats.

Onderzoeksrechter

Zittende magistraten
De onderzoeksrechter wordt in de rechtbank van eerste aanleg aangesteld om een gerechtelijk onderzoek te leiden.

Indien er aanwijzingen zijn van een misdrijf, kan de onderzoeksrechter op vraag van de procureur des Konings of van het slachtoffer via een burgerlijke partijstelling een gerechtelijk onderzoek opstarten. Een gerechtelijk onderzoek is het geheel van onderzoeksdaden met als doel de daders van misdrijven op te sporen, bewijzen te verzamelen en maatregelen te nemen om de zaak eventueel voor de rechter te brengen.

De onderzoeksrechter zoekt naar de waarheid waarbij hij zowel elementen in het voordeel als in het nadeel van de verdachte analyseert. Men spreekt daarbij van een onderzoek 'à charge' en 'à décharge'. Hij doet daarvoor een beroep op de politie.

De onderzoeksrechter kan bijvoorbeeld getuigen en verdachten verhoren en deskundigen aanstellen. Indien het onderzoek dit vereist kan de onderzoeksrechter bovendien ook dwangmaatregelen bevelen zoals:

  • huiszoeking en inbeslagname,
  • aanhouding en inverdenkingstelling van een verdachte,
  • ondervraging van de inverdenkinggestelde,
  • opsporing van telecommunicatie,
  • onderzoek aan het lichaam,
  • afluisteren van telecommunicatie (telefoontap),
  • DNA-onderzoek.

Ter afsluiting van zijn onderzoek bezorgt de onderzoeksrechter zijn dossier aan de procureur des Konings. Die vraagt dan aan de raadkamer om de verdachte door te verwijzen naar de correctionele rechtbank (als de schuld voldoende bewezen is) of om hem buiten vervolging te stellen.

Beslagrechter

Zittende magistraten
De beslagrechter behandelt alle vorderingen en betwistingen over bewarende beslagen en tenuitvoerlegging van vonnissen (ook vonnissen van andere rechtbanken).

Wie in afwachting van een proces of een vonnis een zekerheid wil hebben tegenover zijn schuldenaar, kan aan de beslagrechter toelating vragen om beslag te leggen op de rekening, de roerende goederen (bv. een auto) of de onroerende goederen (bv. een huis) van zijn schuldenaar.

De beslagrechter maakt deel uit van de rechtbank van eerste aanleg.

De beslagrechter behandelt o.a.:

  • de eenzijdige verzoekschriften tot het leggen van beslag;
  • de betwistingen over de procedures van bewarend en uitvoerend beslag (roerende, onroerende of beslag onder derden), o.a. de revindicatieprocedure;
  • betwistingen over de onbeslagbaarheid van goederen of inkomsten;
  • de vorderingen tot tegemoetkomingen van de Dienst voor alimentatievorderingen.

De revindicatieprocedure wordt gevoerd door diegene die beweert eigenaar te zijn van de in beslag genomen goederen zonder dat hij of zij schuldenaar is van de beslaglegger.

Rechter in de familie- en jeugdrechtbank

Zittende magistraten
De rechter in de familie- en jeugdrechtbank is een rechter die gespecialiseerd is in het familie- en jeugdrecht.

Er bestaat ook een familie- en jeugdrechter in hoger beroep.

De familie- en jeugdrechtbank in eerste aanleg en in hoger beroep behandelt alle familiale geschillen, op een aantal uitzonderingen na.

Assessor in strafuitvoeringszaken

Zittende magistraten
De assessor in strafuitvoeringszaken maakt deel uit van de strafuitvoeringsrechtbank.

In elke rechtbank van eerste aanleg, maar enkel bij die waar de zetel van een hof van beroep is gevestigd, bestaat een strafuitvoeringsrechtbank.

De strafuitvoeringsrechtbank is samengesteld uit een rechter in de strafuitvoeringsrechtbank en twee assessoren in de strafuitvoeringsrechtbank.

Eén van de assessoren moet gespecialiseerd zijn in penitentiaire zaken en de ander in sociale reintegratie.

Plaatsvervangend rechter

Zittende magistraten
Plaatsvervangende rechters zijn personen die opgeroepen worden om een actieve rechter bij ziekte, afwezigheid enz. te vervangen.

Het gaat meestal om advocaten, notarissen of universiteitsprofessoren.

De plaatsvervangende rechter wordt door zijn benoeming een magistraat.

In een politierechtbank en vredegerecht wordt de plaatsvervangende rechter ook respectievelijk plaatsvervangend rechter in de politierechtbank en plaatsvervangend rechter in het vredegerecht genoemd.

Procureur des Konings

Staande magistraten
De procureur des Konings leidt in elk arrondissement het Openbaar Ministerie.

In elk gerechtelijk arrondissement is er minstens één parket. In totaal zijn er echter 14 parketten.

De procureur des Konings, de afdelingsprocureurs, zijn eerste substituten en substituten treden op als Openbaar Ministerie bij de rechtbank van eerste aanleg, de politierechtbank en de ondernemingsrechtbank. Zij vormen samen het parket van de procureur des Konings.

In strafzaken is het parket van de procureur des Konings betrokken vanaf het strafonderzoek.

Als de zaak voor een behandeling ten gronde voor de strafrechter komt, vorderen zij de toepassing van de strafwet.

Nadat een straf is uitgesproken, zien zij erop toe dat de uitgesproken straffen ook worden uitgevoerd.

In burgerlijke zaken geeft het Openbaar Ministerie een (schriftelijk of mondeling) advies over het geschil in de gevallen die de wet bepaalt en telkens als de zaak de openbare orde aanbelangt.

Nuttige links

- Openbaar ministerie

Afdelingsprocureur

Staande magistraten
De afdelingsprocureur staat aan het hoofd van een afdeling van een parket. De procureur des Konings is bevoegd is voor het ganse arrondissement.

De procureur des Konings van een gerechtelijk arrondissement heeft de leiding over het parket van het ganse arrondissement. Indien het parket één of meer afdelingen heeft, kan hij in de leiding door één of meer afdelingsprocureurs worden bijgestaan.

Nuttige links

- Openbaar ministerie

Eerste substituut-procureur des Konings

Staande magistraten
De eerste substituut-procureur des Konings maakt deel uit van het parket en staat onder leiding van de procureur des Konings.

De procureur des Konings en zijn eerste substituten en substituten treden op als Openbaar Ministerie bij de rechtbank van eerste aanleg, de politierechtbank en de ondernemingsrechtbank. Zij vormen samen het parket van de procureur des Konings.

Nuttige links

- Openbaar ministerie

Substituut-procureur des Konings

Staande magistraten
De substituut-procureur des Konings maakt deel uit van het parket en staat onder leiding van de procureur des Konings.

De procureur des Konings en zijn eerste substituten en substituten treden op als Openbaar Ministerie bij de rechtbank van eerste aanleg, de politierechtbank en de ondernemingsrechtbank. Zij vormen samen het parket van de procureur des Konings.

Nuttige links

- Openbaar ministerie

Hoofdgriffier

Griffie
De hoofdgriffier is verantwoordelijk voor de goede werking van de griffie en heeft de leiding over de griffie.

Algemeen.

Er is één griffie en dus ook één hoofdgriffier per rechtscollege.

Bij de uitvoering van zijn taken, wordt hij bijgestaan door één of meer griffiers-hoofden van dienst, griffiers en administratief personeel.

Vredegerechten en politierechtbanken.

Er is per arrondissement één hoofdgriffier voor de vredegerechten en de politierechtbank samen. Zowel in de politierechtbank als in de vredegerechten wordt de arrondissementele hoofdgriffier bij de uitvoering van zijn taken bijgestaan door één of meer griffiers-hoofden van dienst, griffiers en administratief personeel.

Afdelingsgriffier

Griffie
Er is één afdelingsgriffier per afdeling van een rechtbank (rechtbank van eerste aanleg, ondernemingsrechtbank en arbeidsrechtbank).

De afdelingsgriffier heeft de leiding over de griffie van de afdeling.

Griffier-hoofd van dienst

Griffie
De hoofdgriffier wordt bijgestaan door griffiers-hoofden van dienst en griffiers.

Onverminderd de taken en bijstand die de griffiers vervullen, neemt de griffier-hoofd van dienst, onder het gezag en toezicht van de hoofdgriffier, deel aan de leiding van de griffie.

De hoofdgriffier kan een of meer griffiers-hoofden van dienst aanwijzen als afdelingsgriffier om hem bij te staan bij de leiding van een afdeling.

Griffier

Griffie
De griffier staat de rechter bij in de uitoefening van zijn gerechtelijke functie.

De griffier vervult de griffietaken en staat de magistraat bij in alle verrichtingen van diens ambt.

Op deze regel wordt slechts een uitzondering gemaakt, namelijk wanneer de griffier om dringende redenen  niet aanwezig kan zijn.

De griffier heeft volgende taken:

  • het openstellen van de griffie voor het publiek;
  • het voeren van de boekhouding van de griffie;
  • het verlijden van de akten waarmee hij belast is, het bewaren van de minuten, registers en alle akten van het gerecht waarbij hij is aangesteld en het geven van uitgiften, uittreksels of afschriften;
  • het bewaren van de rechtsdocumentatie inzake wetgeving, rechtspraak en rechtsleer ten behoeve van de rechters;
  • het opmaken van de tabellen, statistieken en andere documenten, waarmee hij bij wet of besluit belast is; het bijhouden van de registers en repertoria;
  • het zorgen voor de bewaring van de waarden, documenten en voorwerpen die krachtens de wet ter griffie zijn neergelegd;
  • het nemen van passende maatregelen om alle archiefbescheiden die hij onder zijn beheer heeft in goede staat te bewaren, om ze te ordenen en te inventariseren, ongeacht hun vorm, structuur en inhoud.

De griffier verleent ook bijstand aan de magistraat:

  • hij bereidt de taken van de magistraat voor;
  • hij is aanwezig op de terechtzitting;
  • hij notuleert het verloop van de rechtszaken en de uitspraken;
  • hij geeft akte van de verschillende formaliteiten waarvan de vervulling moet worden vastgesteld en verleent er authenticiteit aan;
  • hij stelt de dossiers van de rechtspleging op en ziet, in het kader van zijn bevoegdheid, toe op de naleving van de geldende regelgeving.

Er zijn één of meer griffiers aanwezig in elk rechtscollege (vredegerecht, politierechtbank, rechtbank van eerste aanleg, ondernemingsrechtbank, arbeidsrechtbank enz.)

Advocaat

Andere
Een advocaat verleent bijstand en treedt in juridische aangelegenheden gewoonlijk als vertegenwoordiger van een partij op.

Indien u meer informatie wenst over de specifieke rol van een advocaat, kunt u terecht op de website van de Orde van Vlaamse Balies.

Daar vindt u een beschrijving van zijn taken. Bovendien vindt u hier hoeveel het ereloon van een advocaat bedraagt en hoe u een advocaat kan kiezen.

Er bestaan verschillende ordes, namelijk:

  • de Orde van advocaten, in ieder gerechtelijk arrondissement, behoudens in Brussel waar er een Nederlandstalige orde is en een Franstalige orde;
  • de Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie;
  • de Orde van Vlaamse Balies en de Ordre des barreaux francophones et germanophone.

Tenslotte bestaat er ook nog een Federale  Raad van de balies.

De Federale Raad van de balies bestaat uit tien leden van wie er telkens vijf respectievelijk, voor een termijn van twee jaar, eenmaal hernieuwbaar, afgevaardigd worden door de Orde van Vlaamse balies en de Ordre des barreaux francophones et germanophone. De Raad wordt voorgezeten door de stafhouder van de Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie.

De advocaten die minstens 10 jaar bij de balie zijn ingeschreven en slagen voor het examen van de Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie, kunnen door de Koning benoemd worden tot advocaat bij het Hof van Cassatie. Het aantal advocaten bij het Hof van Cassatie is zeer beperkt.

Nuttige links

- Orde van Vlaamse Balies
- Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie
- Ordre des Barreaux francophone et germanophone

Referendaris

Andere
De referendaris is een doctor, licentiaat of master in de rechten die de magistraat van de zetel bijstaat.

Er kunnen referendarissen worden aangesteld in de hoven van beroep, de arbeidshoven en de verschillende rechtbanken. Zij staan de magistraten van de zetel bij, maar zijn zelf geen magistraten.

Er zijn ook referendarissen bij het Hof van Cassatie die zowel de raadsheren als de leden van het Parket-Generaal bijstaan.

De referendarissen bereiden het juridisch werk van de magistraten voor en volgen daarbij hun aanwijzingen. Zij mogen evenwel geen griffietaken uitvoeren.

De referendarissen staan onder het gezag en toezicht van de korpschef van het rechtscollege waaraan zij zijn aangesteld.

Burgerlijke zaak

Burgerlijke zaak

Het Belgische recht voorziet in verschillende manieren om een zaak voor een rechtbank te brengen. In rechtbanktermen spreekt men over 'het inleiden van een vordering bij de rechtbank'. Op welke manier dit kan leest u verder.

Wat is een burgerlijke zaak?

Een burgerlijke procedure is een procedure over een geschil dat enkel betrekking heeft op een relatie tussen particulieren (bijvoorbeeld tussen werknemer en werkgever, tussen man en vrouw). Er staan enkel private belangen op het spel, die geen weerslag hebben op de belangen van de maatschappij.

Hoe verloopt een burgerlijke zaak?

Start procedure

Het Belgische recht voorziet in verschillende manieren om een zaak voor een rechtbank te brengen. In rechtbanktermen spreekt men over "het inleiden van een vordering bij de rechtbank".

Dagvaarding

De meest voorkomende manier om een zaak in te leiden is de dagvaarding.

De eisende partij doet hiervoor beroep op een gerechtsdeurwaarder. Deze maakt de dagvaarding over aan de tegenpartij. De dagvaarding is een officieel document om voor de rechtbank te verschijnen.

De dagvaarding moet verplicht een aantal vermeldingen bevatten zoals:

  • de dag, de maand, het jaar en de plaats van de zitting;
  • de naam, de voornaam en de woonplaats van de eisende partij;
  • de naam, de voornaam en de woonplaats van de gedaagde;
  • het onderwerp en de korte samenvatting van de argumenten van de vordering;
  • de rechter voor wie de vordering wordt aanhangig gemaakt.

Vrijwillige verschijning

De procedure voor vrijwillige verschijning kan met een gezamenlijk verzoekschrift tot vrijwillige verschijning opgestart worden.

Het origineel verzoekschrift moet gedagtekend en door alle partijen ondertekend zijn. Het kan per aangetekende brief aan de griffie gezonden worden of rechtstreeks op de griffie afgegeven worden.

Op vraag van minstens een van de partijen of de rechter, roept de griffier bij gewone brief de partijen op voor een zitting binnen de 15 dagen na het verzoek.

Door hun vrijwillige verschijning vermijden de partijen dat zij de kosten van een dagvaarding vooraf moeten betalen of terugbetalen.

Verzoekschrift op tegenspraak

Enkel in de door de wet bepaalde gevallen (bijvoorbeeld vorderingen tussen echtgenoten en huurgeschillen) kan een zaak ook ingeleid worden door een verzoekschrift op tegenspraak in te dienen op de griffie.

Het verzoekschrift wordt ingediend in zoveel exemplaren als er partijen zijn.

De griffier roept dan de partijen per brief op om te verschijnen op de zitting.

Het verzoekschrift moet een aantal vermeldingen bevatten zoals:

  • de dag, de maand en het jaar;
  • de naam, de voornaam, het beroep, de woonplaats van de verzoeker;
  • de naam, de voornaam en de woonplaats van de persoon die moet worden opgeroepen;
  • het onderwerp en de korte samenvatting van de argumenten van de vordering;
  • de rechter voor wie de vordering wordt aanhangig gemaakt;
  • de handtekening van de verzoeker of zijn advocaat.

Eenzijdig verzoekschrift

Enkel in de door de wet uitzonderlijk voorziene gevallen kan een zaak voor de rechter ingeleid worden door een eenzijdig verzoekschrift in te dienen bij de rechtbank.

De tegenpartij wordt niet op de hoogte gebracht van de zaak. Pas nadat de rechter uitspraak heeft gedaan wordt de tegenpartij op de hoogte gebracht.

Deze manier van inleiden van een zaak wordt gebruikt wanneer bijvoorbeeld de tegenpartij niet gekend is of wanneer het noodzakelijk is dat de tegenpartij niet op de hoogte is van de procedure.

Eenmaal de tegenpartij in kennis is gesteld van de uitspraak, kan zij zich wel nog verzetten tegen deze uitspraak.

Inleidende zitting

Op de inleidende zitting wordt de behandeling van de zaak aangevat.

Op deze inleidende zitting zijn er verschillende scenario's mogelijk.

De verwerende partij verschijnt niet of niemand verschijnt.

Indien er op de inleidende zitting niemand verschijnt, dan moet de eisende partij een initiatief nemen, zoals bijvoorbeeld verstek vorderen tegen de verwerende partij. Indien geen verstek wordt gevorderd, dan wordt de zaak uitgesteld en naar de "rol" verwezen in afwachting van een initiatief.

De partijen verschijnen wel.

De partijen kunnen in persoon verschijnen of zich laten vertegenwoordigen door hun advocaat. In een aantal gevallen kunnen de partijen zich ook door andere personen laten vertegenwoordigen.

Onder het volgende item volgt een beknopte uitleg van de procedure indien de partijen verschijnen.

Instaatstelling

Ook hier zijn er twee scenario's mogelijk.

Het gaat om een zeer eenvoudige zaak.

Indien het om een zeer eenvoudige zaak gaat en een aantal voorwaarden vervuld zijn, dan komt de zaak in aanmerking voor de zogenaamde "korte debatten" en kan ze op de inleidingszitting behandeld worden, tenzij er teveel zaken zouden zijn. In dat geval wordt de zaak uitgesteld naar een nabije zitting.

Het gaat om een complexe zaak.

In dit geval moet de zaak in staat worden gesteld. Concreet betekent dit dat de partijen een conclusiekalender afspreken. Er wordt een concrete, uiterlijke datum afgesproken tegen dewelke partijen hun argumenten schriftelijk aan de tegenpartij en de rechter moeten laten weten.

De rechter legt de datum vast waarop de zaak kan gepleit worden.

Indien de partijen niet tot een akkoord komen, legt de rechter ambtshalve, binnen de zes weken na de inleiding, de conclusietermijnen (samen met de pleitdatum) vast.

Pleitzitting

Na de instaatstelling van de zaak legt de rechter een datum vast waarop de zaak kan gepleit worden.

Op deze openbare zitting kunnen de partijen ervoor kiezen hun advocaat te laten pleiten en/of kunnen zij ook zelf hun argumenten toelichten.

Op het einde van de zitting, worden de debatten gesloten en de zaak "in beraad" genomen, dit wil zeggen dat de rechter het dossier met alle besluiten en bewijsstukken meeneemt om er later een oordeel over te vellen.

In principe volgt de uitspraak uiterlijk één maand later. Dit kan zowel vroeger zijn of later zijn als het een complexe zaak betreft.

Uitspraak

De term 'vonnis' wordt voor meerdere rechterlijke beslissingen gebruikt.

De term 'vonnis' wijst op een beslissing door een rechter in eerste aanleg (zoals de vrederechter, de rechtbank van eerste aanleg, de arbeidsrechtbank, de rechtbank van koophandel).

De term 'arrest' wijst ​op een beslissing door een rechter in hoger beroep of het Hof van Cassatie (zoals het hof van beroep, het arbeidshof). Deze term wordt echter ook gebruikt door de Raad van State en andere instanties.

De term 'beschikking' wordt gebruikt voor uitspraken in kort geding of in een procedure op eenzijdig verzoekschrift.

Een uitspraak kan op verschillende manieren gebeuren. Hierna worden er twee besproken.

Een eerste mogelijkheid bestaat erin dat de rechter zijn eindvonnis onmiddellijk velt en dus meteen een eindbeslissing treft voor de gehele zaak.

Daarnaast kan hij ook een tussenvonnis vellen als hij zich niet voldoende voorgelicht acht. In dit geval kan hij bijvoorbeeld een deskundige aanstellen, aanvullende bewijsstukken vragen enz.

Het vonnis moet gemotiveerd zijn en ondertekend zijn door alle rechters die aanwezig waren bij de behandeling van de zaak. In het vonnis wordt ook vermeld welke persoon/partij de gerechtskosten moet betalen.

Strafzaak

Strafzaak

Een strafzaak kan op verschillende manieren voor de strafrechtbank worden gebracht. Op welke manieren dit kan, leest u verder.

Wat is een strafzaak?

Een strafzaak wordt behandeld voor een vonnisgerecht (politierechtbank, correctionele rechtbank, hof van beroep, hof van assisen).

Hierna wordt in zeer grote lijnen het verloop van een strafzaak geschetst.

Hoe verloopt een strafzaak?

Hoe wordt de strafzaak aanhangig gemaakt ?

Verwijzing door het onderzoeksgerecht

Door middel van een beschikking van de raadkamer of de kamer van inbeschuldigingstelling wordt de zaak naar het vonnisgerecht verwezen. De raadkamer en de kamer van inbeschuldigingstelling zijn onderzoeksgerechten.

Onder vonnisgerecht wordt verstaan de politierechtbank of de correctionele rechtbank.

Als de beschikking van verwijzing is opgesteld, met het Openbaar Ministerie nog dagvaarden.

Dagvaarding door het Openbaar Ministerie

Het Openbaar Ministerie zal rechtstreeks dagvaarden als er enkel een opsporingsonderzoek plaatsgevonden heeft. Dit is immers een onderzoek dat door het Openbaar Ministerie gevoerd werd.

Als er sprake is van een gerechtelijk onderzoek (onderzoek gevoerd door de onderzoeksrechter), dan wordt de zaak naar het vonnisgerecht (bv. correctionele rechtbank) verwezen door een beschikking van de raadkamer of de kamer van inbeschuldigingstelling.

Bij de rechtstreekse dagvaarding kan het Openbaar Ministerie contraventionaliseren (dagvaarden voor de politierechtbank) of correctionaliseren (dagvaarden voor de correctionele rechtbank).

Dagvaarding door de burgerlijke partij

Behalve het openbaar ministerie, kan ook de burgerlijke partij een beklaagde rechtstreeks dagvaarden.

De burgerlijke partij kan bijvoorbeeld rechtstreeks dagvaarden wanneer het openbaar ministerie een klacht heeft geseponeerd (om allerlei redenen geen gevolg heeft gegeven aan de klacht).

Dit kan enkel voor wanbedrijven en overtredingen, niet voor misdaden, omdat enkel het Openbaar Ministerie bij een rechtstreekse dagvaarding verzachtende omstandigheden kan aannemen.

Vrijwillige verschijning in strafzaken

In een aantal gevallen kan de beklaagde vrijwillig verschijnen, bijvoorbeeld in geval van problemen bij de dagvaarding.

Een beklaagde is niet verplicht dit verzoek om vrijwillig te verschijnen in te willigen.

Oproeping bij proces-verbaal in strafzaken

In een aantal gevallen kan een persoon die aangehouden is in het kader van de wet op de voorlopige hechtenis opgeroepen worden om te verschijnen voor de politierechtbank of correctionele rechtbank.

In dit geval wordt de beklaagde op de hoogte gebracht van de feiten die hem ten laste worden gelegd alsook van de plaats, dag en uur waarop hij dient te verschijnen. Deze kennisgeving geldt dan als dagvaarding.

Verzoekschrift beroep administratieve straf

Er wordt een verzoekschrift ingediend bij de griffie van de politierechtbank om in beroep te gaan tegen een gemeentelijk administratieve straf of tegen een administratieve straf die werd opgelegd in uitvoering van de voetbalwet.

Zitting

De beklaagde is niet verplicht te verschijnen en kan door zijn raadsman vertegenwoordigd worden.

Indien de rechtbank dit nodig acht, kan zij wel de persoonlijke verschijning van de beklaagde bevelen.

Het verloop van een gewone zitting kan als volgt samengevat worden:

  • identificatie van de partijen (beklaagde, burgerlijke partij, enz.)
  • de burgerlijke partij, indien er één is, krijgt het woord om haar eis toe te lichten;
  • daarna vordert het Openbaar Ministerie de strafmaat;
  • de beklaagde en zijn raadsman hebben het laatste woord.

In de praktijk kan van deze volgorde afgeweken worden en kunnen bijvoorbeeld ook deskundigen en getuigen gehoord worden.

Indien de advocaten dit wensen, kunnen zij naast hun mondeling pleidooi ook nog besluiten neerleggen.

Uitspraak

De uitspraak volgt aan het einde van de zitting of op een vaste datum, meestal uiterlijk een maand na de zitting, waarop de debatten gesloten werden.

Wanneer de beklaagde aangehouden op de zitting verschijnt, dan volgt de uitspraak meestal vroeger. Een en ander hangt af van de complexiteit en de omvang van het dossier.

Het vonnis wordt uitgesproken in openbare terechtzitting in aanwezigheid van het Openbaar Ministerie ook al werd de zaak zelf met gesloten deuren behandeld (zie bijvoorbeeld zedenzaken).

De voorzitter kan de voorlezing van het vonnis beperken tot het beschikkend gedeelte. In dit gedeelte wordt vermeld aan welke feiten de beklaagde al dan niet schuldig is en welke straffen worden opgelegd voor de bewezen verklaarde feiten.

In het vonnis wordt ook uitspraak gedaan over de kosten.

Onmiddellijke aanhouding

Wanneer de rechter een straf uitspreekt die een jaar of meer bedraagt, kan de rechter op vordering van het openbaar ministerie de onmiddellijke aanhouding bevelen.

De beklaagde of zijn raadsman krijgen wel eerst nog de gelegenheid hierover een debat te voeren.

In dit geval wordt de beklaagde onmiddellijk naar de gevangenis overgebracht, zonder dat hij eerst nog de gelegenheid krijgt om naar huis te gaan.

De rechter die de onmiddellijke aanhouding beveelt, dient dit wel te motiveren. Die motivatie mag enkel berusten op het vluchtgevaar.

Procedure strafuitvoeringsrechtbank

Procedure strafuitvoeringsrechtbank

De strafuitvoeringsrechtbank beslist over de uitvoering van vrijheidsstraffen van meer dan drie jaar.

Voor meer info over de bevoegdheden van de strafuitvoeringsrechtbank, klik hier.

Wat is een procedure strafuitvoeringsrechtbank

De strafuitvoeringsrechtbank beslist over de uitvoering van vrijheidsstraffen van meer dan drie jaar.

Hoe verloopt een procedure strafuitvoeringsrechtbank

Procedure

U kunt als veroordeelde een schriftelijk verzoek bij de strafuitvoeringsrechtbank indienen om een beperkte detentie of elektronisch toezicht aan te vragen. Dit verzoek dient u in op de griffie van de gevangenis. De beperkte detentie of het elektronisch toezicht kunnen pas worden toegekend zes maanden voordat de veroordeelde in aanmerking komt voor een voorwaardelijke invrijheidstelling. Vier maanden voor dit tijdstip licht de directeur van de gevangenis u schriftelijk in over de mogelijkheid om een beperkte detentie of elektronisch toezicht te vragen. Vanaf dat moment kunt u het schriftelijke verzoek indienen.

Zowel de voorwaardelijke invrijheidstelling als de voorlopige invrijheidstelling met het oog op verwijdering van het grondgebied of met het oog op uitlevering worden door de strafuitvoeringsrechtbank toegekend. Zes maanden voordat de veroordeelde zich in de bij de wet bepaalde tijdsvoorwaarden bevindt, licht de directeur de veroordeelde schriftelijk in over de mogelijkheid tot het aanvragen van een voorwaardelijke invrijheidstelling. Vanaf dat moment kan de veroordeelde een schriftelijk verzoek tot toekenning van een voorwaardelijke invrijheidstelling indienen, overeenkomstig de wettelijke bepalingen.

Jeugdzaak

Jeugdzaak

Alleen het Openbaar Ministerie kan beslissen of een zaak al dan niet voor de jeugdrechtbank wordt gebracht. U kunt zelf niet naar de rechter stappen.

Wat is een jeugdzaak

De jeugdrechtbank treedt op wanneer een minderjarige een als misdrijf omschreven feit heeft gepleegd en als hij zich in een verontrustende situtatie bevindt.

Voor meer info over de jeugdrechtbank, klik  hier (brochure afkomstig van Jongerenwelzijn).

Hoe verloopt een jeugdzaak

Misdrijf omschreven feit

Als een minderjarige een misdrijf heeft gepleegd wordt dit aangegeven bij de politie die hiervan een proces-verbaal opstelt.

Dit proces-verbaal wordt doorgestuurd naar het parket van de procureur des Konings (Openbaar Ministerie).

Het is aan het Openbaar Ministerie om te beslissen of de jeugdrechter al dan niet wordt ingeschakeld.

Indien het dossier wordt overgemaakt aan de jeugdrechter, zal hij een beslissing nemen en daarbij rekening houden met een reeks elementen, waaronder de feiten en de oorzaken van het gedrag van de minderjarige.

Verontrustende situatie

1. Jongeren in verontrustende situaties (VOS) worden eerst en vooral binnen de vrijwillige jeugdhulpverlening opgevangen en geholpen.

Als dit niet lukt, kunnen de gemandateerde voorzieningen, nl. het OCJ (Ondersteuningscentrum Jeugdzorg) en het VK (Vertrouwenscentrum Kindermishandeling) gevraagd worden tussenbeide te komen om het specifieke geval van de jongere te onderzoeken en op te volgen. Zij voorzien in een directere aanpak en/of gespecialiseerde hulpverlening als er daadwerkelijk sprake is van een verontrustende situatie en er vanuit maatschappelijk oogpunt een tussenkomst nodig is.

Als de jongere en/of zijn ouders de noodzakelijke hulpverlening weigeren, kunnen de gemandateerde voorzieningen zich tot het Openbaar Ministerie wenden die op zijn beurt de jeugdrechter kan vorderen om een gerechtelijke jeugdbeschermingsmaatregel op te leggen.

2. Slechts bij werkelijk acute gevaarsituaties en in hoogdringende gevallen kan er onmiddellijk gerechtelijke jeugdhulp worden ingeschakeld. Nadien wordt dan bekeken of de hulp toch niet op vrijwillige basis kan worden voortgezet.

Burgerlijk wetboek

INLEIDENDE TITEL EN BOEK I : Personen (art. 1-515)
BOEK II : Goederen en beperkingen van eigendom (art. 516-710)
BOEK III : Wijze van eigendomsverkrijging. - TITEL I en II (art. 711-1100)
BOEK III : Wijze van eigendomsverkrijging. - TITEL III tot V (art. 1101 - 1581)
BOEK III : Wijze van eigendomsverkrijging. - TITEL VI tot XIII (art. 1582-2010)
BOEK III : Wijze van eigendomsverkrijging - TITEL XIV tot XX (art. 2011-2281)
BOEK III : Voorrechten en hypotheken
BOEK III : Huurovereenkomsten (hoofdverblijfplaats van de huurder)
BOEK III : Regels betreffende de pacht in het bijzonder
BOEK III : Regels betreffende de handelshuur in het bijzonder

Wetboek van Strafvordering

EERSTE BOEK. (Art. 8 tot en met 136ter)
BOEK II, TITEL I. (Art. 137 tot en met 216septies)
OEK II, TITEL II. (Art. 217 tot en met 406)
BOEK II, TITEL III. (art. 407 tot en met 447bis)
BOEK II, TITEL IV. (448 tot en met 524)
BOEK II, TITELS V EN VI. (Art. 525 tot en met 588)
BOEK II, TITEL VII. (Art. 589 tot en met 644) 

Strafwetboek

Gerechtelijk wetboek

ALGEMENE BEGINSELEN (art. 1 tot 57) 
RECHTERLIJKE ORGANISATIE (art. 58 tot 555ter) 
BEVOEGDHEID (art. 556 tot 663) 
BURGERLIJKE RECHTSPLEGING (art. 664 tot 1385undecies) 
BEWAREND BESLAG, MIDDELEN TOT TENUITVOERLEGGING EN COLLECTIEVE SCHULDENREGELING (art. 1386 tot 1675/19)
ARBITRAGE (art. 1676 tot 1723)
BEMIDDELING (art. 1724 tot 1737)

Links

- 15 februari 2019 - decreet betreffende het jeugddelinquentierecht

Links

- Informatie over echtscheiding en echtscheiding door onderlinge toestemming

Bijlagen

- Brochure burgerlijke partijstelling voor de onderzoeksrechter

Bijlagen

- Brochure tijdelijk huisverbod in geval van familiaal geweld

Bijlagen

- Brochure bevel tot aanhouding en voorlopige hechtenis

Bijlagen

- Brochure strafuitvoeringsrechtbank
  • Vredegerecht
  • Politierechtbank
  • Rechtbank van eerste aanleg
  • Arbeidsrechtbank
  • Ondernemingsrechtbank
  • Hof van beroep
  • Arbeidshof
  • Hof van assisen
  • Hof van Cassatie
Hulp nodig? Vind hier advies en steun Een fout op deze pagina? Meld het hier

Footer-menu

Rechterlijke Orde
Rechtbanken
  • Vredegerecht
  • Politierechtbank
  • Rechtbank van eerste aanleg
  • Arbeidsrechtbank
  • Ondernemingsrechtbank
Hoven
  • Hof van beroep
  • Arbeidshof
  • Hof van assisen
  • Hof van Cassatie
Beheer en ondersteuning
  • College van hoven en rechtbanken
Nuttige info
  • U kreeg een oproepingsbrief
  • U zoekt advies of steun
  • U wil een conflict oplossen
  • U kreeg een betaalbericht
  • Ik ben
  • Ik zoek
  • Woordenlijst
  • Brochures
  • Klachten
  • Tarieven
  • FAQ
  • Personen in de rechtbank
  • Procedures in de rechtbank
Actualiteit
  • Nieuws
  • Nieuwe wetgeving
Kennisbibliotheek
  • De Belgische rechtsstaat
  • Juridische en andere links België
  • Literatuurbibliotheken doorzoeken
  • Uitspraken doorzoeken
  • Contact
  • e-Deposit
  • Uw dossier
  • Sitemap
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Cookiebeleid
  • Toegankelijkheid

2021 © Hoven en rechtbanken van België, alle rechten voorbehouden